Het correctie voorschrift bekijkend schakelt men tussen opgave 2 en 5 ineens over op een andere massa van 6,2 g naar 5,5 g.  Dat lijkt een fout in de correctie te zijn. Ik zie ook geen herstelopmerking in de vorm van een erratum op het correctievoorschrift.
Ik denk dat je gelijk hebt: neem consequent 6,2 of 5,5 g.

Ooit voor een opgave voor 5V heb ik een deel van die opgave eens gebruikt, met volgende uitwerking:

Toon met behulp van de figuren 3 en 4 aan dat de snelheid waarmee de sprinkhaan loskomt van de grond gelijk is aan 6,9 m/s.

De sprinkhaan is 4 cm naar beneden geduwd tegen de verende poten in. Als veer gezien is er nu een uitwijking u = 0,04 m

De veerenergie die hierdoor wordt opgeslagen is Ev = ½ Cu²

(die toegenomen energie komt uit de arbeid die Tessa verrichtte door de sprinkhaan in te drukken).

Hoe groot is veerconstante C?  Dat kun je uit de grafiek aflezen:

F = C.u voor elke veer, dus C = F/u = helling van de grafieklijn die zo goed mogelijk door of tussen de meetpunten gaat.

 
C = 7,5 N/0,04m = 187,5 N/m

E_veer = ½ Cu² = ½ . 187,5 . (0,04)² = 0,150 J

Deze energie is beschikbaar om omhoog te springen en veerenergie in kinetische energie (en uiteindelijk in zwaarte-energie) om te zetten:

½ Cu² = ½ mv²

0,150 = ½ . 0,0062 v²

v = 6,89 = 6,9 m/s

oke dankuwel!