aardbeving opgave (examen vwo 1998-II-3)

fery stelde deze vraag op 18 oktober 2019 om 11:25.

 Waarom kan deze vraag niet opgelost worden met s=v*t?

Reacties

Jan van de Velde op 18 oktober 2019 om 13:01
dag fery,

Uit welk examen komt deze? 

Ik zie zo 123 geen reden waarom dat niet zou kunnen? We hebben tijden, snelheden, en er wordt een afstand gevraagd. Er lijkt me dus geen andere weg dan s=v·t toepassen.

Wel uitkijken wat je doet, het begin van dit grafiekje is niet t=0 (dwz tijdstip aardbeving in Griekenland). 

groet, Jan
Theo de Klerk op 18 oktober 2019 om 15:59
opgave 3 vwo 1998-II

Bij de trillingen wel goed kijken hoe lang 1 golf duurt. Er komen golfpakketjes aan.
fery op 19 oktober 2019 om 11:17
volgens het antwoordmodel mag je geen s=vxt gebruiken, ze doen het op een manier die ik niet begrijp.
Theo de Klerk op 19 oktober 2019 om 11:43
Nee, dat staat er niet (https://newsroom.nvon.nl/files/default/nav982cv.pdf):


Er staat duidelijk Δv waarmee het verschil in snelheid tussen T en L golven wordt bedoeld. Dat is iets anders dan het correcte  s = v Δt waarbij v de snelheid is van of de T golven of de L golven.

Jan van de Velde op 19 oktober 2019 om 19:10

fery plaatste:

volgens het antwoordmodel mag je geen s=vxt gebruiken
dag fery,

dat mag wel hoor, je mag alleen niet de afstand berekenen uit het VERSCHIL (Δ) in snelheid en het VERSCHIL in tijd tussen beide golven. Dan vind je overigens ook een verkeerd antwoord.

Wie dat zó aanpakt realiseert zich niet hoe dit probleem in elkaar steekt en verdient dan volgens de examenmakers nul puntjes. 


Hoe het wel moet:

de afstand is voor beide soorten golven gelijk.

(s =) v· tT = v· tL

goed, nu hebben we 1 vergelijking met twee onbekenden, namelijk die t's.

nog een vergelijking erbij kun je uit dat diagram halen: namelijk het verschil tussen tT en tL.

Als je dat stelsel oplost dan heb je beide werkelijke t's, en als je die invult in s= v· tT (of die andere) dan heb je je afstand.

groet, Jan
fery op 19 oktober 2019 om 21:04
maar waarom moet je het aan elkaar gelijk stellen?
Theo de Klerk op 19 oktober 2019 om 21:47
Omdat de afstand van bron tot ontvangststation gelijk is voor beide golven. 
Het gaat niet om het gelijkstellen van de snelheden, want die zijn niet gelijk.

Goed lezen!
Jan van de Velde op 19 oktober 2019 om 22:01
omdat dat de enige manier is om erachter te komen hoe lang die trillingen onderweg zijn geweest. Zoals ik eerder al zei, 

Jan van de Velde plaatste:

..//..
Wel uitkijken wat je doet, het begin van dit grafiekje is niet t=0 (dwz tijdstip aardbeving in Griekenland). 

Groet, Jan
fery op 20 oktober 2019 om 13:58
sorry
Jan van de Velde op 20 oktober 2019 om 15:24
Maar ben je er nu uit?

Een ding is hopelijk wèl duidelijk: die correctievoorschriften zijn niet geschreven voor leerlingen, of als "uitwerkingenboekje": niet genoemde, vaktechnisch  correcte oplossingen zijn vaak ook mogelijk en dan denk je misschien dat je het toch fout deed. En net als hier is er vaak genoeg de mogelijkheid om in de war te raken van wat er staat: als je die opmerking 

verkeerd interpreteert zoals jij deed (en velen zullen doen) dan zie je echt niet meer wat je misdeed, of hoe het wel zou moeten/kunnen.  

Je kunt ze het best alleen maar gebruiken om te zien of je het juiste antwoord vond. 

groet, Jan
fery op 21 oktober 2019 om 09:19
ja ik snap het nu, maar ik ben gewoon niet heel erg goed in natuurkunde en er waren geen andere uitwerkingen die ik kon vinden (omdat het een hele oude opdracht is) dus daarom moest het via het correctievoorschrift

bedankt.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)