Dus bij vraag 4 heb ik dit gedaan: 20*10*5= 1000 cm3 dus 0,001m3 
ik ga dan F= p*g*v gebruiken 
ik heb p niet dus ik dacht ik gebruik dan P= p*g*h 
en h = 5 cm 
1 bar= 10^5 pa 
dus 10^5= p* 9.81* 0.05 
p= 2038735 

en dan 0.001 * 9.81* 2038735 
maar het klopt niet 

4
kracht = druk x oppervlak  (want druk = kracht/oppervlak).

De druk is op het pak bijna overal gelijk: 1 bar. Het oppervlak kun je uitrekenen.
Dan is de totale kracht ook bekend (dat de helft naar links en naar rechts wijst en ditto boven/onder zorgt ervoor dat het pak zelf netto geen kracht ondervindt om te bewegen. Maar die krachten kunnen het pak wel indrukken als het geen weerstand biedt - dat zie je ook als bij veranderend weer de luchtdruk verandert en plotseling afgesloten plastic flessen (die hun druk behouden) opzwellen of indeuken door de veranderde buitendruk).

>Dus bij vraag 4 heb ik dit gedaan: 20*10*5= 1000 cm3 dus 0,001m3 

Het gaat om het OPPERVLAK en niet om de inhoud. Dus 2 x (20x10) + 2 x (20x5) + 2x(10x5) cm²

>ik heb p niet dus ik dacht ik gebruik dan P= p*g*h 
Huh?  pgh? Of ρgh?  Je schudt ook maar wat uit je mouw zonder na te denken. Wat stellen die dingen voor? Hooguit een zwaartekracht op 1 m³ materie voor ρg . Maar die h??? Toevallig E = mgh in gedachten? Nergens te gebruiken hier. Bij even nadenken kom je daar ook wel achter.

Dus bij vraag 4 moet je 20x10= 200 cm2 dus 0.2m2 

kracht= druk * oppervlak dus 1*0.2? 
Ik snap niet zo goed wat ik met de buitenluchtdruk moet doen. 

Ohhh 😮 okay nu snap ik het 

>Dus bij vraag 4 moet je 20x10= 200 cm² dus 0.2m²

Dat is voor de kracht die op 1 oppervlak van 20 x 10 cm² staat. En er zijn 6 vlakken bij een pak koffie.

>Ik snap niet zo goed wat ik met de buitenluchtdruk moet doen.
Die levert een kracht op alle zijden van het pak. 
Welke kracht? Nou  kracht = luchtdruk x oppervlak koffiepak-zijkant.
En dat op 6 vlakken!

Ik dacht dat je de buitenluchtdruk kon gebruiken en dat de 5cm voor de diepte stond, waardoor ik kan op p=p*g*h kwam

En wat heeft die diepte er nu mee te maken? De lucht drukt OP het pak. Niet door het pak heen. Om over de pg factoren nog maar te zwijgen. Waar komt die gravitatieversnelling g nu ineens weer vandaan?

Kan je me uitleggen wanneer ik welke formule moet gebruiken? Ik dacht dat ik het zo maar kon gebruiken. 

Nee dat kan ik niet. Of wel: je gebruikt NOOIT zo maar een formule omdat in een tekst een letter staat die ook in een formule wordt gebruikt.

Je moet eerst snappen wat de situatie is. Beredeneren wat voor krachten / energieen enz daarbij van belang zijn. Dan ga je kijken of je daar iets meer van weet en of er een formule is die voor die kracht of energie of wat ook van belang kan zijn.

Gewoon met formules zwaaien is typisch gedrag van mensen die al bij voorbaat zeggen "natuurkunde is moeilijk en ik snap er niks van".  Auto rijden en fiets rijden is ook moeilijk totdat je je erin verdiept en begrijpt wanneer je wat moet doen.
Zonder nadenken achterstevoren op de bagagedrager gaan zitten of in de auto de knop voor de ruitenwisser om te draaien getuigt niet van enig inzicht. Fiets noch auto komen er door in beweging.

dag Roos,

hoe je dit soort dingen oplost:
1) ken je definities: druk is een kracht verdeeld over een oppervlak

2) kijken we naar de gegevens dan zien we een

• druk IN het pak van 0 bar, ("...vacuüm...")
• druk BUITEN het pak 1,0 bar
• en we hebben lengte, breedte en hoogte van dat pak

kracht gevraagd, druk gegeven, nou, dan zou het fijn zijn een oppervlak te hebben want die drie dingen hangen volgens kennispunt 1)  samen. 

1. Brugklasmeetkunde, bereken de totale oppervlakte van het pak
2. Nu pas schakelen we in de formulemodus: p=F/A
3. verbouwen
4. zorgen voor omrekenen naar standaardeenheden
5. invullen, uitrekenen goeie (standaard)eenheid erachter, klaar

Groet, Jan

dankjewel voor je geduld en uitleg. Ik zal volgende keer een nieuw onderwerp starten. 

Roos