Snelheid inhaalmanoeuvre

Roos stelde deze vraag op 12 oktober 2019 om 20:42.

Hoi iedereen, ik doe thuisstudie en vraag er zijn twee vragen wat ik niet goed begrijp ik hoop dat jullie me verder kunnen helpen.



Reacties

Jan van de Velde op 12 oktober 2019 om 20:52
dag Roos,

hulp op deze vraagbaak werkt zo:
Jij komt met een probleem, dan leg je uit wat dat probleem is en hoever je er zelf al mee komt, of waarop je nou eigenlijk precies vastloopt, zodat wij vanaf dat punt effectief kunnen helpen. 

Nu zie ik een vraag of zes. 
dus kom eens met jouw eerste probleem, laten we dit maar een voor een aanpakken.

groet, Jan
Roos op 12 oktober 2019 om 21:24
Ohh sorry!! Bij vraag 6a denk ik dat je s=v*t moet gebruiken, zodat je de afstand hebt. Alleen ik snap niet zo goed wat ik met de rest van de info moet doen.  En omdat ik niet zo goed weet wat ik met de info moet doen dan kan ik de rest van de vragen ook niet beantwoorden

ps top dat je zo snel hebt gereageerd !!
Jan van de Velde op 12 oktober 2019 om 21:40

Roos plaatste:

Bij vraag 6a denk ik dat je s=v*t moet gebruiken, zodat je de afstand hebt. 
les 1: zet je gegeven en gevraagd op een rijtje
Er is helemaal nergens een tijd gegeven. Kun je dan s=v·t gaan toepassen? Nee. 


Dus de denkpet moet op:  ze vragen niet naar een afstand, maar naar een VERSCHIL in afstand. 
alles wat je moet weten is dit:


een rekensommetje dus, niet te moeilijk denken. Het gaat maar om het VERSCHIL, dus je kunt net zo goed doen alsof die vrachtwagen stilstaat,

Er zit wel een valkuil in voordat je gaat rekenen: wat noemen we gewoonlijk afstand TUSSEN twee auto's? 

groet, Jan
roos op 12 oktober 2019 om 21:59
Ik had als eerste alles bij elkaar opgeteld maar dacht nee is te makkelijk. Dus 21+31+5+18 (lengte van de auto’s meenemen) 
Jan van de Velde op 12 oktober 2019 om 22:03

roos plaatste:

Ik had als eerste alles bij elkaar opgeteld maar dacht nee is te makkelijk. 
niet zozeer te makkelijk als wel fout. 

je moet dan één punt nemen, bijvoorbeeld de voorbumper van die inhalende auto
als die 21 m verder is staat die bij de achterkant van de vrachtwagen
nog 18 m verder en dan is die bij de voorkant van de vrachtwagen
nog 31 m verder, maar dan zit er ng steeds geen 31 m TUSSEN de auto's.
Daarvoor moet de auto nog 5 m verder (zijn eigen lengte) 
75 m is dus een correct antwoord.


de volgende....
Roos op 12 oktober 2019 om 22:15
Okay de volgende ze vragen om de tijd van de auto. Je hebt 180km/h —-> 180:3,6= 50 m/s 
dan neig ik toch om t= s/v te gebruiken. 

Jan van de Velde op 12 oktober 2019 om 22:55

Roos plaatste:

Je hebt 180km/h 

nee, 108...

Roos plaatste:

dan neig ik toch om t= s/v te gebruiken. 

dat kan natuurlijk, maar die auto moet niet maar 75 m afleggen. Die vrachtwagen gaat tijdens die inhaalmanoeuvre ook vooruit. 

Je kunt dit wat omslachtig gaan oplossen, maar ook heel handig. 
Hint zat al in vraag a: ze vroegen daar om een afstandsVERSCHIL. Werk dus ook met een snelheidsVERSCHIL.

Roos op 13 oktober 2019 om 15:28
Ik kom er gewoon niet uit. Snelheidsverschil 108-90 doen of. Ik weet het gewoon niet meer 
Arno op 13 oktober 2019 om 15:43
Maak eens een tekening van de situatie op het moment dat de auto de vrachtwagen inhaalt. Gebruik daarbij het gegeven dat de auto met 30 m/s rijdt en de vrachtwagen met 25 m/s.
Theo de Klerk op 13 oktober 2019 om 17:15
Begin eens met denken dat je op de vrachtwagen zit.
Je ziet dan de auto aankomen, passeren en voor de vrachtwagen gaan rijden.
Jij rijdt met de vrachtwagen mee en ten opzichte van jezelf (en de vrachtwagen) heb je zelf geen snelheid. Maar de auto wel. Die komt met een lage snelheid op je af, haalt in en rijdt door. 
Je kunt in deze situatie ook denken aan een vrachtwagen die stilstaat langs de weg en een auto die hem langzaam inhaalt/passeert.

Wat is de snelheid van de auto tov jou op de vrachtwagen?
Met die snelheid moet 21 m achter de vrachtwagen (voorkant auto-achterkant vrachtwagen), 18 m van de vrachtwagenlengte en 31+5 m (afstand tussen auto achterkant en voorkant vrachtwagen plus de lengte van de auto) worden afgelegd.
Hoeveel tijd is daarvoor nodig?
Dan kun je ook berekenen hoeveel afstand de auto heeft afgelegd volgens iemand die langs de kant van de weg staat. En ditto voor de vrachtwagen.
Probleem a) opgelost.
Nu jij de rest...
Jan van de Velde op 13 oktober 2019 om 18:04

Roos plaatste:

Ik kom er gewoon niet uit. 
reken eerst je snelheden om naar meter per seconde

Na één seconde,
  • hoever is de auto dan gekomen?
  • hoever is de vrachtwagen dan gekomen?
  • hoever is de auto dus de vrachtwagen genaderd?

Na twee seconden,
  • hoever is de auto dan gekomen?
  • hoever is de vrachtwagen dan gekomen?
  • hoever is de auto dus de vrachtwagen genaderd?


Na drie seconden,
  • hoever is de auto dan gekomen?
  • hoever is de vrachtwagen dan gekomen?
  • hoever is de auto dus de vrachtwagen genaderd?
nu moet er dus al eens iets gaan opvallen

als je auto 75 m moet goedmaken op de vrachtwagen (zie antwoord vraag A) , hoe lang gaat die inhaalmanoeuvre dus duren?
Roos op 13 oktober 2019 om 19:49
Omg ik denk dat ik het snap
bij 1 sec is de auto 30 meter verder en de vrachtwagen 25 m 

30-25= 5  meter verder bij 1 sec 

moet je dan 75:5= 15 sec 

maar ik zou er zelf nooit op zijn gekomen om 30-25 te doen (als het klopt). Hoe moest ik er op komen.
Theo de Klerk op 13 oktober 2019 om 20:23
De relatieve snelheid van de auto tov de vrachtwagen is 30-25=5 m/s
De totale inhaalafstand van 75 m wordt dan in 75/5=15 s uitgevoerd

En daar moet je wel zelf op komen...door je de situatie voor te stellen (vanaf de kant, vanuit de auto of vrachtwagen). Dat is iets anders dan (wat sommigen denken) als een bezetene naar "een formule" te zoeken.
Jan van de Velde op 13 oktober 2019 om 20:24

Roos plaatste:

 Hoe moest ik er op komen.

door naar me te luisteren....

Jan van de Velde plaatste

Je kunt dit wat omslachtig gaan oplossen, maar ook heel handig. 
Hint zat al in vraag a: ze vroegen daar om een afstandsVERSCHIL. Werk dus ook met een snelheidsVERSCHIL.

30 m/s - 25 m/s = 5 m/s.

t= sverschil /vverschil = 75 / 5 = 15 s

dus ja, de hele inhaalmanoeuvre duurt 15 seconden. 

volgende.......
Roos op 13 oktober 2019 om 20:30
V= x:t dus  x= v* t dus 30 *15= 4,5*10^2
hoop ik
Jan van de Velde op 13 oktober 2019 om 20:31
ja hoor, volgende.....
Roos op 13 oktober 2019 om 20:40
Uhm 72/3,6=20 m/s binnen 15 sec is hij op 300 meter en de auto op 450 dus 300+450 is 750 
Jan van de Velde op 13 oktober 2019 om 20:45
Jawel, notatie mag wat netter, vollediger, maar je redenering klopt. 

Leuk theorie-antwoord trouwens, maar ik denk dat in de praktijk drie chauffeurs nu toch een vieze bruine vlek in de onderbroek hebben. Een beetje veiligheidsmarge zou fijn zijn, maar goed, da's geen natuurkunde. 
Roos op 13 oktober 2019 om 20:49
Hahah je hebt helemaal gelijk. Geef je ook bijles? 
Roos op 13 oktober 2019 om 20:50
En bij vraag 27 b : dan moet je toch twee punten nemen en dan x:t ? 
Jan van de Velde op 14 oktober 2019 om 00:13

Roos plaatste:

Geef je ook bijles? 
Soms. Maar de kans dat wij dicht genoeg bij elkaar in de buurt wonen voor jou om een beetje handig te zijn schat ik kleiner dan 1% .

Roos plaatste:

En bij vraag 27 b : dan moet je toch twee punten nemen en dan x:t ? 
ja, MAAR (en nu komt er een hele grote maar) 

daarvoor heb je om te beginnen een fatsoenlijke grafiek uit 27a nodig, en die heb je volledig maar dan ook volledig verknald :( 
0 punten, en persoonlijk zou ik je er nog strafpunten voor geven ook

Voor natuurkundige processen geldt in veruit de meeste gevallen dat die geleidelijke veranderingen laten zien, toch zeker voor macrovoorwerpen (quantummechanische processen laten wel rare dingen zien, maar daar gaat dit echt niet over). Snelheid haal je inderdaad uit de helling van een lijn in een x/t grafiek, en dan gedraagt jouw sonde zich idioot: van t=0 tot 72 s heeft die een constante snelheid van ergens in de buurt van de 1000 m/s , die dan op t= 72 s plots poink jerk surprise! van het ene moment op het andere vermindert tot ergens rond de 250 m/s . Wow. 

Kortom, verbind je punten in je grafiek eens met een zo mooi mogelijke vloeiende kromme. Wat je hier doet, rechte lijntjes tekenen van punt tot punt is niet zomaar een missertje, dat is in een natuurkundelokaal een doodzonde. 

En waarmee je dan de nog resterende scorepunten van 27A kwijtraakt is dat twee van je getallenparen slordig zijn geplaatst: (72,45) staat op (68,45) en (241,7) staat op (242,6) .

Heb je eenmaal een fatsoenlijke vloeiende kromme, dan teken je voor 27B een raaklijn op t=100 s en bepaalt daarvan de helling zoals je eerder uitlegde. 

Groet, Jan
roos op 14 oktober 2019 om 06:41
Dus je woont niet in amsterdam? 
Oh okey top is niet mijn tekening dus ik wilde alleen weten of ik het goed zou doen
Jan van de Velde op 14 oktober 2019 om 08:03
Naar Amsterdam ben ik in het allerallerallergunstigste geval 2 uur onderweg. En dat met die twee punten, ja, correct zoals ik al zei, mits die punten natuurlijk op de raaklijn liggen van een fatsoenlijke grafiek.

succes verder, Jan
roos op 14 oktober 2019 om 09:58
Ty voor nu, ik kom zeker nog wel terug met vragen!

groetjes roos

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft negen appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)