de veer
Annelot stelde deze vraag op 12 oktober 2019 om 18:38. Hoi iedereen,
We hebben een praktische opdracht op school waarbij je een massa aan de veer hangt en laat je de massa op en neer trillen. Hier weten we de verschillende massa's die je aan de veer hangt en hebben we van 10 trillingen de tijd gemeten die horen bij de verschillende massa's. We hebben T berekend, door de seconden te delen door de trilling. Daarna hebben we T2 berekend, door T in het kwadraat te doen. We hebben een grafiek gemaakt met T2 verticaal uitgezet en de massa horizontaal. Ik heb het practicum bijna voltooid alleen moet ik nog de volgende drie vragen beantwoorden die ik niet snap:
- Ik moet uitleggen waarom de lijn niet door de oorsprong gaat,
- ik moet aangeven of het voor de meting uitmaakt welke beginuitwijking ik aan de veer geef,
- Ik moet weten waarom ik 10 trillingen meet ipv 1. (ik dacht dat dit kwam omdat een trilling niet nauwkeurig genoeg is / niet eerlijk is om hiermee de T te berekenen enzo?)
Natuurkunde is niet mijn beste vak dus sorry als dit makkelijke vragen lijken haha. Alvast bedankt iedereen!
Reacties
Annelot plaatste:
sorry als dit makkelijke vragen lijken
- Ik moet weten waarom ik 10 trillingen meet ipv 1. (ik dacht dat dit kwam omdat een trilling niet nauwkeurig genoeg is / niet eerlijk is om hiermee de T te berekenen enzo?)
Indrukken van een chronometer vergt een reactietijd van enkele tienden van seconden, 0,3 s is best al goed. Op een trilling met een trillingstijd van een seconde (voorbeeld) riskeer je zo een meetfout van 30 % of meer.
Meet tien trillingen in één meting, je maakt nog steeds dezelfde meetfout, maar die smeer je nou uit over 10 trillingen. Fout in de trillingstijd nog maar 3%. Niks meer aan de hand dus, althans niet voor een schoolpracticum.
- ik moet aangeven of het voor de meting uitmaakt welke beginuitwijking ik aan de veer geef,
- Ik moet uitleggen waarom de lijn niet door de oorsprong gaat,
Raar? Vraag jezelf af: waren die massablokjes/schijfjes de enige massa die op en neer ging tijdens je proef?
even goed terugdenken, zie het weer voor je:

https://no.wikipedia.org/wiki/Fil:Mass-spring-system.png
Groet, Jan
Vraag 3: Betekent dat dan dat de lijn niet door punt 0,0 loopt, omdat wanneer de massa van de blokjes nul is, er nog steeds een massa aanwezig is (die van de veer zelf)?
annelot plaatste:
Vraag 3: Betekent dat dan dat de lijn niet door punt 0,0 loopt, omdat wanneer de massa van de blokjes nul is, er nog steeds een massa aanwezig is (die van de veer zelf)?annelot plaatste:
Bij vraag 2 stond er tijdens de opdracht niet dat we een bepaalde uitwijking aan moesten houden.Als je niet meer even een snel een ècht proefje kunt doen kun je ook virtueel aan de slag:
https://phet.colorado.edu/nl/simulation/mass-spring-lab
Los daarvan kunnen we onszelf twee vragen stellen die naar een minstens waarschijnlijk antwoord op jouw vraag gaan leiden, maar dan zijn we niet echt meer met natuurkunde bezig, maar met logica. Dus laten we maar even de resultaten van je proef in dat virtuele practicumlokaal afwachten.
groet, Jan
super! nu heb ik al twee van de drie vragen voor elkaar! Echt hartelijk bedankt! Echter snap ik nog niet helemaal, wat ik nu moet doen om er achter te komen of het uit maakt met wat voor beginuitwijking ik de veer geef. Hoe kan ik dit doen door middel van het virtuele practicum lokaal? Ik heb de link al bekeken en zie dat ik meerdere massas aan het blokje kan hangen en dat de veer dan begint met trillen ( de trilling verschilt natuurlijk als je er een andere massa aanhangt) maar hoe nu verder? :)
volledige reacties quoten maakt de discussie niet leesbaarder. Als je op internet wil citeren, gebruik dan zo'n quoteknop, maar knip die stukken weg die niks met jouw (vervolg)vraag te maken hebben. Kijk eens hierboven hoe ik dat deed.
annelot plaatste
Ik heb de link al bekeken en zie dat ik meerdere massas aan het blokje kan hangen en dat de veer dan begint met trillen ( de trilling verschilt natuurlijk als je er een andere massa aanhangt) maar hoe nu verder? :)- dan pak je dat blokje vast (met je muis),
- brengt het naar ergens in de buurt van de evenwichtsstand
- en laat het dan los.
- trillingstijd meten maar
- herhalen voor loslaten op een paar andere punten
- conclusie trekken
groet, Jan
Hoi jan,
sorry, ik zal in het vervolg rekening houden met het gebruiken van quotes. We hebben tijdens het practicum al wel de trillingstijd berekent, dus die gegevens heb ik al van toen ik het practicum in het echt heb uitgevoerd. Ik weet dus de trillingstijd, massa, frequentie, ennu ook de veerconstante, omdat ik die heb uitgerekend. Toch zie ik het antwoord op de vraag nog steeds niet, sorry!
of het voor de meting uitmaakt welke beginuitwijking ik aan de veer geef,
meten is weten.
Hop, niet denken, stomweg een klokje erbij en meten.
Zoja, maar waarom is dat dan? Ik had namelijk verwacht dat het wel uit zou maken...
annelot plaatste:
Er zit een klein verschil in 0,10 sec, maar ik denk dat dit te maken heeft met de reactiesnelheid.Het maakt voor de meting dus niet uit welke beginuitwijking ik aan de veer geef. Toch?
En nu zie ik je echt natuurkundig gaan denken :) :
Ik had namelijk verwacht dat het wel uit zou maken...
Ik had namelijk verwacht dat het wel uit zou maken...
Of zit ik er volledig naast hahaha
annelot plaatste
ik snap het nu volgens mij helemaal! Het maakt niet uit wat voor uitwijking je de veer geeft, omdat de trillingstijd niet afhangt van de uitwijking?Als je goed kijkt naar dezelfde veer met een grotere of een kleinere uitwijking, dan valt je ook op dat de veer met de grotere uitwijking met een veel grotere snelheid door zijn evenwichtspunt gaat. En dat kan weer omdat een veer die je verder uitrekt een veel grotere kracht uitoefent, waardoor je massablokje ook een grotere versnelling krijgt.
In de praktij komt dat rekensommetje via gemiddelde kracht => gemiddelde versnelling => gemiddelde snelheid erop neer dat als je een uitrekking 2 x zo groot maakt, de af te leggen weg wel twee keer oz groot wordt, maar de gemiddelde snelheid ook. En dus duurt dat even lang.
Kan getest worden in de speeltuin met een schommel: grotere of kleinere uitwijking maakt nauwelijks verschil voor de trillingstijd (totdat je uitwijkingen groter dan een graad of 30 geeft, maar dat komt omdat het krachtenspel in een schommel wat anders in elkaar zit dan dat van een trillende veer. Dat is een ingewikkeld stukje natuurkunde)
annelot plaatste
En geldt dat dan ook voor de frequentie?Groet, Jan
"Een verband zoeken tussen massa en trillingstijd."
Verandert een grotere of kleinere uitwijking iets aan die trillingstijd?
"nee, dat heb ik geprobeerd en dat maakt niks uit."
Gaat een grotere of kleinere uitwijking dus iets veranderen aan het gevonden verband?
"..............................
Jan van de Velde plaatste:
Even terugdenken, wat was ook weer het doel van je proef?"Een verband zoeken tussen massa en trillingstijd."
Verandert een grotere of kleinere uitwijking iets aan die trillingstijd?
"nee, dat heb ik geprobeerd en dat maakt niks uit."
Gaat een grotere of kleinere uitwijking dus iets veranderen aan het gevonden verband?
"..............................
annelot plaatste:
Nee het veranderd niets aan het gevonden verband, omdat de uitwijking