Dag Rik,

een onderzoeksvraag is juist dàt: onderzoek het dus. :) 
Het is geen opzoekvraag hè. 

Formules of theorie voor identieke veren onder elkaar of naast elkaar heb je daarvoor niet nodig, het is juist de bedoeling dat je die zelf uitvogelt op basis van de resultaten van je onderzoek. 

Weet je hoe je de veerconstante van één enkele veer kunt bepalen? Dat is wèl benodigde voorkennis namelijk. 

Dan doe je dat eerst.

vervolgens hang je twee diezelfde veren onder elkaar en je bepaalt van dat systeem weer de veerconstante alsof het één veer was.

vervolgens hang je twee diezelfde veren naast elkaar en je bepaalt van dat systeem weer de veerconstante alsof het één veer was.

meten, noteren, verwerken in tabellen en grafieken, vergelijken met de veerconstante van die ene enkele veer, conclusies trekken. 

Groet, Jan

Dankje wel voor je antwoord jan
ja ik snap hoe je een veer constante berekent.
maar dit moet ik maken voor het practicum ik dacht namelijk dat als je zo onder elkaar hing dat je de uitkomst van een enkele veer gewoon moest halveren?
maar dit weet ik niet en kan ik nergens vinden dus 
bijvoorbeeld een veer rekt 1 cm door een blokje van 100 gram ongeveer 1 newton dan moet ik als ik 2 veren gebruik 1 newton toch door 2 delen? Dit dacht ik ook bij als ze naast elkaar hangen.
met vriendelijke groet Rik

dat is het belangrijkste probleem aan de kant dan. 

nee dat moet je niet, die moet je maken ná het practicum, op basis van je resultaten. Je mag vóór het practicum wel een verwachting uitspreken, een zg hypothese:

dat zou best zo kunnen zijn, en het zou mooi zijn als je dat nog kon beredeneren ook 

je hebt dus een onderzoeksvraag:
"Hoe verhoudt de veerconstante van twee identieke veren in serie zich tot de veerconstante van één enkele van diezelfde veren?"
en daarbij stel jij een hypothese op:
"We vermoeden dat de veerconstante van een systeem van twee identieke veren in serie de helft is van de veercnstante van één van die veren, want .... "

En dan wil ik nu best voor je bevestigen dat je vermoeden juist is. 

maar deze hypothese:
moet je dan nog maar eens overdenken zodra je je resultaten hebt. Vind je het eigenlijk wel logisch dat het geen fluit zou uitmaken of je twee veren onder elkaar of naast elkaar hangt? Achteraf misschien niet meer.

Maar, weet je, dat is geen probleem: want dat is namelijk precies de reden dat we experimenten doen. We bedenken een theorie, en gaan dan experimenten doen om die theorie te bevestigen, of juist onderuit te halen. Het gevolg is dan dat we hoe dan ook weer wat geleerd hebben, maar in het geval van "busted" terug zullen moeten naar de tekentafel. Daartoe dienen experimenten. De meeste dingen die we nu weten komen uit hele series experimenten, met maar al te vaak totaal onverwachte resultaten.

Groet, Jan