Reacties
Naomi plaatste:
In mijn leerstof is er verder niet verdiept over de 'emulsie van een fotografische plaat'.
niet te moeilijk denken, ouderwetse fotografische platen (ook de nog niet zo héél erg antieke negatief-filmpjes van fototoestellen) werken zo. Het is gewoon een papje waarin een chemische reactie optreedt zodra moleculen in dat papje het juiste duwtje krijgen.
Bijvoorbeeld:
https://en.wikipedia.org/wiki/Gelatin_silver_process
The gelatin silver print or gelatin developing out paper (DOP) is a monochrome imaging process based on the light sensitivity of silver halides.
..//..
Before a paper is exposed, the image layer is a clear gelatin matrix holding the light-sensitive silver halides. For gelatin silver prints, these silver halides are typically combinations of silver bromide and silver chloride.
..//..
Wherever the light strikes the paper the silver halides form small specks of silver metal on their surface. Light causes a reduction of the silver salt to silver metal.
Wat hier gebeurt werkt op hetzelfde principe.
Groet, Jan.
Kan ik voor dikte van de emulsie dan de feiten gebruiken dat alfadeeltjes een dikker en korter spoor hebben dan betadeeltjes? (zoals bij het nevelvat)
Ik snap gewoon echt niet waar ik heen moet met deze vraag.
Watvoor probleem bij het ontwikkelen? En hoe heeft de temperatuur hier iets mee te maken?
vraag a) is nog natuurkunde, b) en c) zijn eerder scheikunde/procestechniek. Waarom ze dat hierbij halen is me een grote vraag.
Naomi plaatste:
Kan ik voor dikte van de emulsie dan de feiten gebruiken dat alfadeeltjes een dikker en korter spoor hebben dan betadeeltjes? (zoals bij het nevelvat)
Laten we dus eens in extremen gaan denken aangaande vraag a):
- wat zouden we registreren als die emulsielaag micrometers dik was?
- wat zouden we registreren (en waar in de laag) als die laag een meter dik was?
groet, Jan
- wat zouden we registreren als die emulsielaag micrometers dik was?
- wat zouden we registreren (en waar in de laag) als die laag een meter dik was?
Als de plaat dun zou zijn zou hij sneller zwart worden dan als hij dikker zou zijn?
En zouden de lijnen van de baan van de straling dan 'scherper' zijn dan bij een dunne plaat?
- Hoe groot acht je de kans dat je een lijn zit ontstaan in een dunne film, welke richting moet dat deeltje dan hebben t.o.v. die film?
- Welk deeltje zou een lijn kunnen veroorzaken (bedenk, zo'n emulsie is geen nevel hè),
- In een heel dunne film, welke deeltjes zouden waarschijnlijk voor 99,9% spoorloos door de film heen schieten?
- in een meter dikke film, waar ga je de sporen van welke deeltjes terugvinden?
- ...................
alfa en beta straling kunnen een lijn veroorzaken vanwege hun ioniserend vermogen.
y-straling zal dus voor het grootste deel spoorloos door de film heen schieten.
Bij een meter dikke film zullen de lange sporen van de betadeeltjes zijn, omdat zij een grotere dracht hebben dan alfadeeltjes.
Verder kom ik echt niet, sorry.
Naomi plaatste:
alfa en beta straling kunnen een lijn veroorzaken vanwege hun ioniserend vermogen.
En in mijn theorie staat alleen iets over de dracht van beta-straling door lucht.
Maar alleen een beta-deeltje zou dus een lijn kunnen veroorzaken?
En de richting dan ten opzichte van de film?
Naomi plaatste:
En in mijn theorie staat alleen iets over de dracht van beta-straling door lucht.vloeistoffen/emulsies hebben een ruwweg 1000 keer zo grote dichtheid dan lucht
Blader eens door BINAS isotopenlijst naar energieën van β-deeltjes. en kijk dan voor een vuistregel eens bjivoorbeeld hier:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Dracht_(kernfysica)
Naomi plaatste:
Maar alleen een beta-deeltje zou dus een lijn kunnen veroorzaken?En de richting dan ten opzichte van de film?
Dus ik verwacht eigenlijk behalve een "freak" nooit lijntjes te gaan zien.
Wat betreft beta's kunnen zeggen op basis van meetkundige logica dat áls we baan/richting willen vastleggen dat de emulsielaag zeker niet te dun mag zijn.
En dan houdt het wat mij betreft wel op. Het lijkt me dat we meer tijd aan deze vraag hebben besteed dan hij waard is, met als enig positief resultaat dat het begrip "dracht" min of meer op zijn plek is gevallen.
B en c kan ik dan eigenlijk ook niet echt beantwoorden.
de rest is scheikunde. Geen idee wat dat in een natuurkundeboek doet.