Reacties
Jan van de Velde
op
07 februari 2019 om 20:46
dag Dylan,
begin eens te redeneren vanuit de wet van behoud van energie, in dit geval gereduceerd tot
m·g·h = ½·m·v²
v wordt 2 x zo groot, welke consequenties heeft dat voor h?
Groet, Jan
begin eens te redeneren vanuit de wet van behoud van energie, in dit geval gereduceerd tot
m·g·h = ½·m·v²
v wordt 2 x zo groot, welke consequenties heeft dat voor h?
Groet, Jan
Dylan
op
07 februari 2019 om 20:48
Dan wordt h toch groter?
Jan van de Velde
op
07 februari 2019 om 20:51
ja, en hoeveel groter?
Dylan
op
07 februari 2019 om 20:53
Jan van de Velde plaatste:
ja, en hoeveel groter?
dylan
op
07 februari 2019 om 22:12
nog 1, die ik zelf gevonden heb en vind dat ik het moet kunnen:
Twee voorwerpen A en B worden tegelijkertijd op dezelfde hoogte losgelaten. Voorwerp A valt wrijvingsloos van P naar Q. Voorwerp B glijdt wrijvingsloos langs een kwart cirkelvormige baan van R naar S. De tijd die A daar voor nodig heeft, noemen we tA, voor B is dat tB. De snelheden van A en B in resp. punt Q en S noemen we resp. vA en vB. ► Wat is juist?
A tA = tB en vA > vB
B tA < tB en vA > vB
C tA = tB en vA = vB
D tA < tB en vA = vB
zou u deze voor mij kunnen uitleggen?
alvast bedankt!
ik snap de eerste vraag die ik gesteld heb nu wel!
Twee voorwerpen A en B worden tegelijkertijd op dezelfde hoogte losgelaten. Voorwerp A valt wrijvingsloos van P naar Q. Voorwerp B glijdt wrijvingsloos langs een kwart cirkelvormige baan van R naar S. De tijd die A daar voor nodig heeft, noemen we tA, voor B is dat tB. De snelheden van A en B in resp. punt Q en S noemen we resp. vA en vB. ► Wat is juist?
A tA = tB en vA > vB
B tA < tB en vA > vB
C tA = tB en vA = vB
D tA < tB en vA = vB
zou u deze voor mij kunnen uitleggen?
alvast bedankt!
ik snap de eerste vraag die ik gesteld heb nu wel!
Jan van de Velde
op
07 februari 2019 om 22:55
Dylan plaatste:
Jan van de Velde plaatste:
ja, en hoeveel groter?dylan plaatste:
ik snap de eerste vraag die ik gesteld heb nu wel!mgh=½mv²
v 2 keer groter,
dan v² .. keer groter
dus ½mv² ook .... keer groter
dus mgh ook .... keer groter
dus h ook .... keer groter(want die massa en die valversnelling daar verandert verder niks aan).
en over die tijd kun je dus ook nog niet correct hebben nagedacht.
Dus het is nog een beetje vroeg om al met een tweede oefening te beginnen.
Groet, jan
dylan
op
07 februari 2019 om 23:01
Ow jammer, ik dacht hem te hebben.....
Uiteindelijk bedacht ik dat h 4 is omdat 2^2 ook 4 is, alleen had ik dat niet gezegd. Klopt dit dan wel?
En ik was die t helemaal vergeten.. welke formules moet ik dan voor t bekijken?
Ja nu ik het zo bekijk, is het veels te vroeg om aan opgave 2 te beginnen :( sorry
Uiteindelijk bedacht ik dat h 4 is omdat 2^2 ook 4 is, alleen had ik dat niet gezegd. Klopt dit dan wel?
En ik was die t helemaal vergeten.. welke formules moet ik dan voor t bekijken?
Ja nu ik het zo bekijk, is het veels te vroeg om aan opgave 2 te beginnen :( sorry
Jan van de Velde
op
07 februari 2019 om 23:07
dylan plaatste:
Uiteindelijk bedacht ik dat h 4 is omdat 2^2 ook 4 is. Klopt dit dan wel?dylan plaatste:
welke formules moet ik dan voor t bekijken?begin eens met te bedenken waarvan de tijd afhangt dat een balletje erover doet. Misschien kun je je denkwerk versimpelen als je je eerst afvraagt of er een verschil is tussen de tijd naar boven en de tijd naar beneden.
Saar
op
11 februari 2019 om 20:45
dylan plaatste:
nog 1, die ik zelf gevonden heb en vind dat ik het moet kunnen:Twee voorwerpen A en B worden tegelijkertijd op dezelfde hoogte losgelaten. Voorwerp A valt wrijvingsloos van P naar Q. Voorwerp B glijdt wrijvingsloos langs een kwart cirkelvormige baan van R naar S. De tijd die A daar voor nodig heeft, noemen we tA, voor B is dat tB. De snelheden van A en B in resp. punt Q en S noemen we resp. vA en vB. ► Wat is juist?
A tA = tB en vA > vB
B tA < tB en vA > vB
C tA = tB en vA = vB
D tA < tB en vA = vB
zou u deze voor mij kunnen uitleggen?
alvast bedankt!
ik snap de eerste vraag die ik gesteld heb nu wel!
weet jij al het antwoord op je tweede vraag, over die twee voorwerpen A en B?
Ik kreeg deze vraag op mij natuurkunde toets en ik snapte het niet.
Kan iemand mij dit dan uitleggen?
Alvast bedankt!
Jan van de Velde
op
11 februari 2019 om 21:16
Saar plaatste
weet jij al het antwoord op je tweede vraag, over die twee voorwerpen A en B?wet van behoud van energie........
Starten en eindigen de voorwerpen op gelijke hoogtes?
conclusie omtrent eindsnelheden vA en vB ?
groet, jan
Saar
op
11 februari 2019 om 21:20
Beste meneer Jan,
de voorwerpen starten en eindigen toch op dezelfde hoogtes? Alleen niet op dezelfde tijd door de wrijvingskracht bij B ?
de voorwerpen starten en eindigen toch op dezelfde hoogtes? Alleen niet op dezelfde tijd door de wrijvingskracht bij B ?
Jan van de Velde
op
11 februari 2019 om 21:29
Saar plaatste
de voorwerpen starten en eindigen toch op dezelfde hoogtes?
Saar plaatste
Alleen niet op dezelfde tijd door de wrijvingskracht bij B ?er is geen wrijving:
Dylan plaatste:
Voorwerp A valt wrijvingsloos van P naar Q. Voorwerp B glijdt wrijvingsloos
niet moeilijker maken dan het is:
- voorwerpen starten en eindigen op gelijke hoogtes
- er is een wet van behoud van energie
de tijd bekijken we daarna wel
Saar
op
11 februari 2019 om 23:12
wat is dus je conclusie omtrent de eindsnelheden?
Jan van de Velde
op
11 februari 2019 om 23:25
dag Saar,
gebruik alsjeblieft niet steeds die "quote"knop voor een volledig citaat als dat overbodig is: deze topic wordt zo 2 meter lang en alles erin wordt op die manier 3 x herhaald, dat leest niet. Ik heb je citaat fors bijgeknipt.
Maar inderdaad, het kan niet anders of die eindsnelheden zullen even groot zijn, mgΔh=½mv².
Nu de tijd:
gebruik alsjeblieft niet steeds die "quote"knop voor een volledig citaat als dat overbodig is: deze topic wordt zo 2 meter lang en alles erin wordt op die manier 3 x herhaald, dat leest niet. Ik heb je citaat fors bijgeknipt.
Maar inderdaad, het kan niet anders of die eindsnelheden zullen even groot zijn, mgΔh=½mv².
Nu de tijd:
- de begin- en eindsnelheden zijn gelijk, gemiddelde snelheden dus ook
- We willen een uitspraak doen over de tijd. t= s/vgem
Saar
op
12 februari 2019 om 08:39
Ool even groot? Aangezien ze even snel zijn moet het wel even lang duren toch?
Jan van de Velde
op
12 februari 2019 om 11:48
even grote gemiddelde snelheid, maar is de afgelegde weg ook gelijk?