Krachten en snelheid

Lisa stelde deze vraag op 11 januari 2019 om 18:35.

Waarom heb je voor het wegfietsen uit stilstand meestal een grotere kracht nodig dan voor het fietsten met hoge snelheid? 

Reacties

Sam op 11 januari 2019 om 19:00
Hoezo verbruikt een auto die optrekt meer benzine dan als ie constant 100 rijdt? Omdat ie op touren moet komen dus heeft ie meer energie nodig.

Zelfde geld voor fietsen.

Jan van de Velde op 11 januari 2019 om 19:04
dag lisa

Een kracht heb je nodig voor twee dingen:
  1. het VERANDEREN van een snelheid (of richting daarvan) of vorm: F=m·a
  2. het overwinnen/compenseren van tegenwerkende krachten (wrijving, weerstand, zwaartekracht bij tillen, enz) als je een bestaande snelheid wil behouden.
Als je met de fiets wil optrekken en je vindt dat dat een grote kracht vraagt, dan zou je er ook voor kunnen kiezen om iets minder snel op te trekken/ te versnellen: een kleinere a vraagt een kleinere F. 

Maar wat dat met grotere snelheid fietsen betreft: dat hangt ook weer af van wat jij een "grote" snelheid noemt: door luchtweerstand kom je toch ook al weer gauw bij een limiet qua kracht die je kunt leveren, toch zeker als dat voor langere tijd moet.

Groet, Jan
Theo de Klerk op 11 januari 2019 om 19:21
Samengevat (met fiets als voorbeeld)

Je wilt een vaste kracht leveren door met een zelfde tempo de trappers rond te laten draaien.

1) Vanuit stilstand moet je in beweging komen. Daar is een kracht voor nodig. Die lever je via de trappers. Je staat in de laagste versnelling: een keer rond gaat geen grote afstand afleggen, maar wel een grote versnelling van 0 m/s naar  v m/s

2) Eenmaal in beweging wil je de snelheid opvoeren tot de koers-snelheid (of cruise-speed). Je hebt al een snelheid dus het verhogen ervan vereist een kracht. Maar in een hogere versnelling ga je per omwenteling van de trappers verder vooruit en neemt je snelheid nog toe

3) Eenmaal op koers-snelheid hoef je alleen nog maar de afremmende kracht van luchtweerstand te compenseren. In je hoogste versnelling doe je dat: je trapt even hard maar legt een grote afstand per omwenteling af. Het trappen verhoogt de snelheid niet (geen versnelling meer) maar heft wel de luchtweerstandsafremming op.

Het Nederlands gebruikt eigenlijk de woorden "lage versnelling" en "hoge versnelling" precies andersom dan wat er fysiek gebeurt. Dat komt omdat "laag" met de versnelling "1" en "hoog" met "5" wordt geassocieerd. Maar in z'n "1" gebruik je de kracht van je voeten vooral om te versnellen, in "2" t/m "4" doe je dat steeds minder (snelheid neemt minder toe, maar afgelegde weg per omwenteling neemt toe) en bij "5" rijd je met vaste snelheid en eigenlijk onversneld.

Met een auto en zijn versnellingen is het niet anders. Je rijdt weg in z'n "1" en uiteindelijk rijd je in z'n "5" op koerssnelheid.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft zesentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)