dag Tom,

Je schakeling is getekend zoals je de opdracht beschrijft, so far so good. 

Verder zijn er meerdere mogelijkheden om dit op te lossen, ook zonder die stroomsterkte, dus waarom probeer je jouw voorstel niet gewoon eerst? Het inzicht dat de spanning zich verdeelt zoals je al noteert is al een goeie eerste stap. En dan checken wij de uitkomst wel even. 

groet, Jan

goeie avond 

Ik heb geen idee. ik zat te denken om R5 de stroom van uit te rekenen en dab bij R6 te gebruiken voor de formule in te vullen, maar dat mag niet aangezien het parallel is.

Als ik bij Rv1234 de stroom uitreken kom ik nog steeds niet bij R6...

De Rtot kan ik ook niet berekenen zodat ik Itot had kunnen berekenen, maar ik mis 1 weerstand...

ik heb geen idee. ....

dag tom,

je zit er zóóóó dichtbij....

Toepasselijk tegeltje uit mijn oma's keuken: 


Dus, als je losse draadjes ziet, altijd gewoon doen, je hebt dan altijd weer een gegeven erbij, of minstens een puzzel vereenvoudigd, en wie weet wat voor verrassende inzichten dat levert.

Want, I₁₂₃₄ is gelijk aan .......

Held!!!!!!

I1234=Itot

Nu is het gelukt en kom ik op 48ohm uit!!!

en die 48Ω klopt :)

alternatief:

bereken R₁₂₃₄
je weet dat de spanning in een serie verdeeld wordt naar rato van de weerstanden, dus:
U₁₂₃₄ : U₅₆ = R₁₂₃₄ : R₅₆
en dan nog 1 stapje daarna....

bedankt jan. nu heb ik nog een ander vraagje. ze vragen hier om de spanning over R6. Hoe zit dit dan nu in elkaar. Moet ik eerst de spanning berekenen over de bovenste tak? (R12) of wat. Of is dit nu een instinker. kan ik die 2 parallel takken ook ander zetten zodat het er anders uit ziet voor me?

Spanning over R5+R6 = spanning R4 = spanning R1 + R2 = 10 V - spanning R3

dus dan zou je eerst de stroom moeten bereken waardoor je 10 / 25 wat 0.4A is. Dus dan gaat er een stroom van 0.1A door R3. dan moet je 0.1 x 60 doen wat 6V is. En dan 10-6=4V Dus R6 is 4V?

Alle weerstanden zijn gegeven dus de totale vervanging kun je berekenen en daarmee de totale stroom. Daar trek je dan een deel af die door R7 gaat.
En zo verder... (ik heb het allemaal niet nagerekend)

hmmm nu ben ik een beetje van het padje af. is het zo dat de stroom EERSt door tak 1 gaat (R12) en dan door tak 2 (R56) en dan R4? 

Ir7=10 / 25 = 0,4A, dat klopt toch?
Dan blijft er 0,1A over wat naar boven gaat door R3.

Stroom splitst zich (een van de Kirchhoff wetten) dus vanuit de batterij gaat 1 stroom die zich splitst waarbij een deel door R7 gaat en de rest door de bovenhelft van je schema (waar het zich nogmaals splitst). 
I_R7 = U /R₇  maar daarmee weet je alleen I_{R7 ^.} Er is ook nog een I_R3 . En die samen vormen I_batterij

ah oke. Dan klopt het volgens mij wat ik gedaan had want ik kwam ook weer bij die 0.5A uit. Zou u misschien kunnen nachecken of die 4V ook klopt?

De gehele vervangingsweerstand van de boventakken is 40 Ω.
1/R = 1/120 + 1/100 + 1/150 = 15/600 --> R = 600/15 = 40 Ω

Die staat parallel aan de R7 van 25Ω.
Beiden staan onder 10 V zodat I₇ = 0,40 A en I_rest = 10/(60+40) =0,10 A
Die reststroom verdeelt zich weer over 3 takken.
Eerst valt de spanning over R₃ met  0,10 x 60 = 6,0 V
Over de drie parallelle takken staat dan 10,0 - 6,0 = 4,0 V
Door de weerstanden R₅ en R₆ (samen 150 Ω) gaat dan een stroom I_5,6 = 4,0/150 = 0,0267 A
(significante cijfers heb ik hier niet bepaald: kan slechts 2 zijn door weerstandswaarden van 2 cijfers - dan is I = 0,027 A)

Je zit daar correct de totale stroomsterkte te berekenen, 0,5 A. Maar dan ben je al lang voorbij de informatie die je nodig hebt voor je vraag. 

Je hebt onderweg al gezien dat Rv₁₂₄₅₆ =40 Ω. (let op, die _R3 staat daar niet tussen) , want anders had je die 0,5 A nooit kunnen berekenen.

Rv₁₂₃₄₅₆ (wel met die R₃) is dus 100 Ω
Conclusie: een spanning van 10 V staat over die hele bovenste tak.
Waarom zouden we nu stroomsterkte gaan berekenen? Want:
U₃:U₁₂₄₅₆ = R₃:R₁₂₄₅₆ = 60:40 

Nu weet je dus dat er 40/100 x 10V = 4 V staat over R₅₆.

en nu wederom

Dus moet je de wet van ohm toepassen toch?

Ur6=I*R
= 0.0267 * 50
= 1.335V

ja en nee.

zoals je eerst bezig was via de stroomsterkte, ja,

nee, zoals ik nu voorstelde, spanning verdelen over weerstanden, hoef je wet van ohm niet toe te passen. Er moet 4 V verdeeld worden over 100 resp 50 Ω, dus 50/150 deel van die 4V valt over R6.

En dat is ook 1,333 V. Maar via een heel wat kortere weg en minder tussentijdse afrondingen. Qua significantie rekende je echter ruim genoeg, 1,3V is het antwoord. 

groet, Jan