Reacties
Theo de Klerk
op
16 december 2018 om 17:49
Het komt allemaal op hetzelfde neer (net als airbags): het principe hierachter is de stoot: kracht x tijd van uitoefening
F Δt = m Δv (feitelijk niks anders dan de bekende F = ma = m Δv/Δt )
De kracht die een demper induwt wordt bepaald door hoelang het duurt dat een mountainbike tegen een obstakel tot stilstand komt. Als de demper een veer is met veerconstante C dan zal de demper ingeduwd worden over een afstand u waarbij F = Cu. Stijve veer, weinig induwing.
De kracht moet wel in de richting van de demper werken: een demper die bij op/neergaande bewegingen kan inveren is nutteloos als je ineens een dreun van opzij krijgt.
F Δt = m Δv (feitelijk niks anders dan de bekende F = ma = m Δv/Δt )
De kracht die een demper induwt wordt bepaald door hoelang het duurt dat een mountainbike tegen een obstakel tot stilstand komt. Als de demper een veer is met veerconstante C dan zal de demper ingeduwd worden over een afstand u waarbij F = Cu. Stijve veer, weinig induwing.
De kracht moet wel in de richting van de demper werken: een demper die bij op/neergaande bewegingen kan inveren is nutteloos als je ineens een dreun van opzij krijgt.
Jan van de Velde
op
16 december 2018 om 18:15
dag mark,
Dan zie je van alles over het hoofd :(
Je stelt een bijzonder ingewikkelde vraag, en voor antwoorden zouden er stapels aannames gemaakt moeten worden:
In het geval van die boomstronk hangt het af van je snelheid maar ook van de diameter van je wiel:
Hierboven een wieltje met diameter 25 cm, met een rood asje, dat op een stronkje van 5 cm rijdt, steeds ge"fotografeerd" als het een horizontale afstand van 2,5 cm verder was.
Bij een groter wiel zal die hoogtetoename over een langere tijd en geleidelijker verlopen, waardoor ook de kracht kleiner zal worden. Merk trouwens op aan de boog van de rode puntjes dat de richtingsverandering verre van constant is tijdens deze "klim", en de kracht dus ook niet constant zal zijn.
En wil je hieraan rekenen, dan zouden we ook al moeten veronderstellen dat je demper werkelijk alle kracht opvangt, m.a.w. dat jij er op je fiets niks van zou merken, je wiel gaat op en neer, maar jouw zwaartepunt gaat ongehinderd rechtdoor. Want anders moeten we voor de weg van jouw zwaartepunt ook nog eens aannames gaan doen.
De kracht van je demper is dan ook nog eens afhankelijk van de indrukking maar ook van het DEMPEND vermogen. Want een demper is geen veer. Als je je voorvork een eindje indrukt en dan plotseling loslaat, dan blijft je voorwiel niet een tijdje naveren.
Als je hierop een antwoord wil, dan zul je een slowmotion-filmpje van die bewegingen moeten maken, en dan frame voor frame van een aantal punten op dat filmpje de versnelling moeten uitrekenen. Of goeie versnellingsmeters monteren op verschillende punten van jezelf en je fiets om het verloop van de versnellingen en dus de krachten op elk van die punten tijdens elk van deze "stuntjes" te zien.
Groet, Jan
Dan zie je van alles over het hoofd :(
Je stelt een bijzonder ingewikkelde vraag, en voor antwoorden zouden er stapels aannames gemaakt moeten worden:
In het geval van die boomstronk hangt het af van je snelheid maar ook van de diameter van je wiel:
Hierboven een wieltje met diameter 25 cm, met een rood asje, dat op een stronkje van 5 cm rijdt, steeds ge"fotografeerd" als het een horizontale afstand van 2,5 cm verder was.
Bij een groter wiel zal die hoogtetoename over een langere tijd en geleidelijker verlopen, waardoor ook de kracht kleiner zal worden. Merk trouwens op aan de boog van de rode puntjes dat de richtingsverandering verre van constant is tijdens deze "klim", en de kracht dus ook niet constant zal zijn.
En wil je hieraan rekenen, dan zouden we ook al moeten veronderstellen dat je demper werkelijk alle kracht opvangt, m.a.w. dat jij er op je fiets niks van zou merken, je wiel gaat op en neer, maar jouw zwaartepunt gaat ongehinderd rechtdoor. Want anders moeten we voor de weg van jouw zwaartepunt ook nog eens aannames gaan doen.
De kracht van je demper is dan ook nog eens afhankelijk van de indrukking maar ook van het DEMPEND vermogen. Want een demper is geen veer. Als je je voorvork een eindje indrukt en dan plotseling loslaat, dan blijft je voorwiel niet een tijdje naveren.
Als je hierop een antwoord wil, dan zul je een slowmotion-filmpje van die bewegingen moeten maken, en dan frame voor frame van een aantal punten op dat filmpje de versnelling moeten uitrekenen. Of goeie versnellingsmeters monteren op verschillende punten van jezelf en je fiets om het verloop van de versnellingen en dus de krachten op elk van die punten tijdens elk van deze "stuntjes" te zien.
Groet, Jan
Mark
op
16 december 2018 om 18:19
Hmmm... toch ingewikkelder dan dat ik dacht :(
Maar, kunnen we dan wel veilig aannemen dat één van beiden sneller zal zijn?
Uiteindelijk gaat het namelijk daar om... Welke is sneller, en waarom?
Jan van de Velde
op
16 december 2018 om 19:05
Dus als het ruw moet, en alleen om snelheid gaat:
en dan voor die sprong van 1 m hoogte:
- teken op schaal je wiel en dat stronkje op een ruitjespapier, zoals ik deed. Eerst als hij raakt, en dan een ruitje verder. Meer is niet nodig, want in dat eerste stukje klim vindt, als je goed naar de rode stippen kijkt, de grootste verandering plaats
- reken 20 km/h om naar cm/s, en dat naar ruitjes/s.
- in mijn voorbeeld legt dat wiel voor één ruitje vooruit een schuine afstand van 1,4 ruitjes af (meet maar na). Hoeveel is dat in jouw voorbeeld?
- Dat geeft je een verhouding van snelheden vlak voor en vlak na het begin van de botsing
en dan voor die sprong van 1 m hoogte:
- reken met v=√(2gh) uit met welke snelheid een voorwerp dat verticaal van 1 m hoogte valt de grond raakt
- tel dat vectorieel op bij de horizontale snelheid waarmee je van die verhoging af reed
- en weer heb je een verhouding van snelheden