Toepassen van lenzenformule

laila stelde deze vraag op 13 december 2018 om 16:24.

 hallo, zouden jullie misschien kunnen helpen met deze vraag, ik heb namenlijk morgen een toets en ik kom niet uit deze vraag: 

Een vuurtje heeft en hoogte van 8 centimeter, s=6,6 dpt, de afstand van de lens tot aan de muur is 25 cm.

a: bereken de afstand van de lens tot de projectie van het vuurtje

b: bereken de hoogte van het beeld. 


zouden jullie mij misschien kunnen helpen met deze vraag of gewoon het antwoord vertellen 

Reacties

Theo de Klerk op 13 december 2018 om 16:57
Met gewoon het antwoord vertellen leer je niets en kun je morgen een soortgelijke vraag ook niet oplossen.
Het is nogal recht-toe-recht-aan, dus dit moet je echt wel onder de knie krijgen!

s = 6,6 dpt.  Dat is de sterkte van de lens. s = 1/f als f in meters wordt uitgedrukt. Dus hoe groot is de brandpuntsafstand (in meters)?

Moeten we aannemen dat op de muur een scherp beeld van het vuur wordt geprojecteerd? Dan weet je de beeldafstand b. Er valt dan niks te berekenen: de afstand lens-muur is de beeldafstand.
Als de lens niet scherp op de muur afbeeldt, dan kunnen we verder niks berekenen omdat we gegevens missen (waar dan wel een scherp beeld wordt gevormd).

In meters is b? (moet in meters als f ook in meters is - welke eenheid je gebruikt staat je vrij als het maar wel voor alles dezelfde eenheid is).

Je weet nu f en b.  Dan weet je ook de voorwerpsafstand v want de lensformule zegt
1/f = 1/v + 1/b   (allemaal in dezelfde eenheden!!!!)

De vergroting is dan ook bekend:  N = b/v en dat betekent dat  
beeldhoogte = N x voorwerphoogte
Voorwerphoogte ken je: 8 cm  
Dus beeldhoogte = ...

Vraag a kun je nu oplossen: 
Lola op 24 oktober 2019 om 12:28
Hoi, ik probeer deze vraag nu op te lossen maar wil graag weten of ik heb goed heb. Wat is het antwoord?

Groetjes
Jan van de Velde op 24 oktober 2019 om 13:30
`Dag Lola,

als jij jouw uitwerking hier even uittypt kijken we dat met plezier even voor je na.
Met alleen een kloppend antwoord heb je namelijk nog lang geen garatie op alle punten voor een rekenopdracht. Integendeel, alleen een antwoord, correct of niet, levert op een eindexamen nul punten.

Groet, Jan
Lola op 24 oktober 2019 om 14:01
Hoi,

Is het zo dat b in de formule 1/f=1/v+1/b altijd negatief is, in het geval bij ogen. Omdat je altijd een virtueel beeld vormt omdat je anders niks ziet?
(geldt niet voor voorwerpen etc.)

buiten dat heb ik het volgende gedaan:
a. De afstand van de lens tot de projectie is de afstand tot de muur en dus 25cm
b. De hoogte van het beeld kun je berekenen met N. N=b/v. 1/f=1/v+1/b. v is negatief omdat het vòòr de lens ligt. 
Rest van uitwerking op foto. 

Ik begrijp niet goed wanneer iets negatief of positief moet zijn in de lenzenformule.
alvast bedankt, groetjes
Jan van de Velde op 24 oktober 2019 om 14:29

Lola plaatste:

Is het zo dat b in de formule 1/f=1/v+1/b altijd negatief is, in het geval bij ogen. Omdat je altijd een virtueel beeld vormt omdat je anders niks ziet?
(geldt niet voor voorwerpen etc.)
Dag Lola,

Op je netvlies vormt zich altijd een reëel beeld hoor. Net als op een projectiescherm, hier zoals ik het interpreteer dat muurtje. 

dus:

f=1/S = 1/6,6 = 0,15 m

1/f = 1/v+1/b
1/0,15 = 1/v + 1/0,25
1/v = 1/0,15 - 1/0,25 = 2,66 => v= 0,375 m

N=b/v= 0,25/0,375 = 0,67

voorwerpshoogte 8 cm, beeldhoogte dus 0,67 x 8 = 5,3 cm 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft achtentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)