Hoe zou ik bij deze vraag kunnen uitleggen dat de RV bij zo'n situatie kleiner wordt?
Stel je hebt een parallelschakeling met 3 identieke weerstanden van 15,0 Ω. Eén van die weerstanden vervang je vervolgens door een weerstand van 10,0 Ω. Bij het beantwoorden van onderstaande vragen mag je alleen beredeneren, niet rekenen.
A. Verandert de vervangingsweerstand van de schakeling? Zo ja, wordt die groter of kleiner. Leg uit.