Vergelijking oplossen

Stijn stelde deze vraag op 07 oktober 2018 om 14:59.

Hallo, de volgende vergelijking moet ik oplossen. Ik moet erachter komen wat de v (snelheid) is. 
6,6*103= 1/2 * 106 * v2 + 1/2 * 96* v2 + 1/2 * 96 * (0,25*v)2 - 0
Wtotaal  = Ekin + Ekin  + Ekin 
V = 7,96 m/s 

https://maken.wikiwijs.nl/bestanden/610992/SN8_vwo5_H8%20uitwerkingen%20basisboek_CONCEPT.pdf
Zie opgave 16 B  

Ik begrijp niet hoe ze dit hebben herleid tot V = 7,96 m/s .. het lukt mij steeds maar niet....! Ik weet nauwelijks hoe ik hiermee moet beginnen, omdat er 3 dezelfde v's staan. 

Hieronder de opdracht uit het boek .  



Vriendelijke groet,
Stijn 

Reacties

Jan van de Velde op 07 oktober 2018 om 15:09

Stijn plaatste:

6,6*103= 1/2 * 106 * v2 + 1/2 * 96* v2 + 1/2 * 96 * (0,25*v)2 - 0
 Ik weet nauwelijks hoe ik hiermee moet beginnen, omdat er 3 dezelfde v's staan. 

dag Stijn,

juist omdat er drie dezelfde v's in staan is dit simpel op te lossen.

de vergelijking die daar staat lijkt behalve de getalletjes als twee druppels water op

80= 2y + 3y + 5y - 0

als je uit zo'n sommetje y kunt oplossen, dan kun je ook y oplossen uit

6,6*103= 1/2 * 106 * y + 1/2 * 96* y + 1/2 * 96 * 0,252*y - 0

Daarna alleen nog jezelf realiseren dat je y nog niet het eindantwoord is, omdat y staat voor v², zodat je voor v nog even de wortel moet nemen.

gaat lukken zo?

groet, Jan
Theo de Klerk op 07 oktober 2018 om 23:05
De som (zo te zien uit Systematische Natuurkunde) gaat hier alleen over B?

Anders moet eerst de arbeid worden uitgerekend:

Wat is de arbeid die de 5 m zakkende Joep verricht?
Wat is de arbeid die Maremca verricht?
Wat is de arbeid die de wrijving verricht?

Wat is dus de totale arbeid?  Die is de 6,6 . 103 J die wordt gegeven.

Als deze arbeid alleen aan kinetische energie wordt gegeven dan moet 
W = ΔEkin = Ekin,eind - Ekin,begin zijn = 1/2 m (veind2 - vbegin2)
maar vbegin = 0 dus W = Ekin,eind = 1/2 mveind2
waarbij je wel moet bedenken dat de kinetische energie niet richtingsgevoelig is, d.w.z. alle bijdragen van alle snelheden in alle richtingen meetellen.
En zo kom je dan tot de bewuste vergelijking van 3 v2 factoren die toch makkelijk oplosbaar moet zijn. Zeker in 5 vwo als het een 2 vwo wiskunde puzzeltje is.
Stijn op 08 oktober 2018 om 11:02
Bedankt voor de uitleg Jan en Theo. Die heb ik opgelost! 
Ik heb onlangs nog een paar sommen opgelost op die manier!  

Fijne week! 

Groetjes, 
Stijn 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft drie appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)