Krachten om kist te duwen

Fleur stelde deze vraag op 29 augustus 2018 om 17:26.

 De vraag luidt:

de fabrieksarbeider duwt horizontaal met een constante snelheid een 30,0 kg zware kist over een vlakke vloer over een afstand van 4,5 m. De wrijvingscoëfficiënt tussen de kist en vloer bedraagt 0,25. Bereken de grootte van de kracht die de arbeider moet uitoefenen. 

Het eindantwoord moet 74 N zijn. Kan iemand mij uitleggen hoe ik aan dat antwoord kan komen?

Reacties

Jan van de Velde op 29 augustus 2018 om 17:39
dag Fleur,
  1. bereken de zwaartekracht (en daarmee de normaalkracht) op de kist
  2. bereken (mede) daarmee de wrijvingskracht
  3. bepaal daarmee de kracht van de arbeider (bedenk daarvoor ook wat de nettokracht is: die is met een omweg gegeven in je vraagtekst).

Loop je nog ergens in vast, plaats dan je berekening tot daar, en leg uit wat je probleem is om verder te geraken.

groet, Jan
Fleur op 29 augustus 2018 om 20:48
Ik begrijp niet hoe je de wrijvingskracht kunt berekenen. Ik weet niet zo goed wat ik met het wrijvingcoëfficent moet doen.
Jan van de Velde op 29 augustus 2018 om 21:17
dag Fleur,

Je weet vast wel uit ervaring dat als je een boek over een tafel wil schuiven, dat dat moeilijker gaat als er iemand óp dat boek duwt. Dus hoe groter de normaalkracht, hoe groter de wrijvingskracht. Dat gaat rechtevenredig, normaalkracht 3x zo groot, dan ook wrijvingskracht 3 x zo groot. 

Daarnaast hangt de maximale wrijvingskracht nog af van de twee oppervlakken die langs elkaar schuiven. Rubber op asfalt glijdt heel wat moeilijker dan staal op ijs bijvoorbeeld. 
Dat verschil drukken we uit met de wrijvingscoëfficiënt (heel soms ook wel wrijvingsfactor genoemd) 
Stel dat we met een normaalkracht van 150 N ook een maximale wrijvingskracht van 150 N krijgen, dan is onze coëfficiënt gelijk aan 1. 
Stel dat we met een normaalkracht van 150 N ook een maximale wrijvingskracht van 75 N krijgen, dan is onze coëfficiënt gelijk aan 0,5.

Dus een algemene formule wordt dan Fw= µ·Fn
met
µ : wrijvingscoëfficiënt
Fn: normaalkracht

Gaat'ie lukken zo? 

groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft tien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)