Maak eens een tekening van de schakeling met alleen de aangesloten stukken.
Dus de rechterbaan vervalt en de linker ook.

Voor spanning geldt de wet van Kirchhoff (maar met gezond verstand zou je die zelf ook kunnen verzinnen): de som van de spanningen over een gesloten kring is 0 V. Spanning is een maatstaf voor de afgestane of opgenomen energie (E_elek = Uq = spanning x lading)
Want een batterij doet er spanning bij (van - naar +) en de lampjes en weerstanden nemen spanning af en wel net zoveel als de batterij erbij deed. Samen nul.

Dus begin bij de batterij en zie dat er 14 V bijkomt.
De batterij heeft al een weerstand van 1 Ω en verderop kom je nog 5, 2, 9 ohms weerstanden tegen. Samen 1+5+2+9 = 17Ω  Wat is dus de stroomsterkte door die kring? Stel dat die I is.
Dan weet je ook de spanningsval over elk van de weerstanden: in de batterij al 1 I, bij de 5 ohms weerstand 5 I, dan 2 I en tenslotte 9 I.  Samen moet dat weer 14 V zijn.

En E als buitenbeentje... die zit aan aarde gekoppeld. Dus 0 V. Per definitie van aarde.

Aan jou de rest...