>Wat is de sterkte van het magnetisch veld van een gegeven permanente magneet bij de polen?
De sterkte B kan bepaald worden uit de kracht waarmee de tegengestelde pool wordt aangetrokken. Maar mono-polen bestaan niet, dus de vergelijking met elektrische krachten gaat een beetje mank, want daarbij is het veld E = F/q (q=lading die door een andere die het E-veld opwekt wordt aangetrokken of afgestoten). Hier zou B = F/m moeten zijn (m = magnetische monopool). 

Gelukkig is er nog zoiets als "flux" Φ= BA (A=area=oppervlak van de magneetpool). Zodat B = Φ/A. Moet je dus de flux weten...

>In hoeverre beïnvloedt de hoogte waarvan een magneet wordt losgelaten de totale magnetische flux door een spoel waar deze magneet doorheen valt?

Inductie wordt bepaald door het tempo van de fluxverandering, ΔΦ/Δt = Δ(BA)/Δt  (waarbij A = area - oppervlak waar de veldlijnen van veld B doorheen gaan).
Wat gebeurt met de snelheid (Δx/Δt) van een voorwerp dat van grotere hoogtes valt? Wat betekent dat dan als dat voorwerp een magneet is?

>Welke relatie bestaat er tussen het aantal windingen van een spoel en de totale magnetische flux die door een vallende magneet wordt opgewekt, en hoe groot is deze (relatie)?
Dit suggereert dat jullie toch je boek nog eens moeten doornemen want daar staat het antwoord zeker in. De flux gaat door elke winding en heeft in elke winding een zelfde effect. Dus welke relatie zou er zijn met het aantal windingen?

>moeten alleen de achterliggende theorie uitleggen en een verwerkingsplan opstellen
Als je bekend bent met de materie (d.w.z. je boek begrijpt) dan zal dit niet zo'n probleem zijn...

>wet van Faraday
Staat vast ook in je boek. En met Google kom je er ook snel bij uit:
U_ind = - ΔΦ/Δt

bedankt voor uw tips maar wat is in dit geval de  A waar u heet over heeft. Is dat die van het magneetje of van de spoel?

>wat is in dit geval de A waar u heet
Lezen is ook een kunst:  (waarbij A = area - oppervlak waar de veldlijnen van veld B doorheen gaan). Dus van het oppervlak van de noord/zuidpool van een magneet OF van het oppervlak waar de veldlijnen doorheen gaan (meestal een spoel)

Sterkte van magneet aan zijn pool: oppervlakte pool
Flux door een spoel: hele oppervlak van de spoelwinding Het gaat om de lus waarbinnen de flux verandert. Niet het oppervlak (cilinder?) van de spoel als geheel.

Dat zou vanzelfsprekend moeten zijn als je snapt wat Faraday's inductiewet betekent.

Ik snap nog niet helemaal het antwoord op: hoeverre beïnvloedt de hoogte waarvan een magneet wordt losgelaten de totale magnetische flux door een spoel waar deze magneet doorheen valt? Zou iemand dat kunnen uitleggen?

Hoe hoger, hoe groter de val, hoe sneller en daarmee een grotere dB/dt en dus een grotere fluxverandering en dus grotere inductie