dag Tobias,
Als je die wet van Kepler als gegeven mag beschouwen is het een stuk simpeler.
Die derde wet van Kepler luidt:

Het rechterlid van deze vergelijking bevat niks dan constantes. Dus:

Tobias plaatste:
de straal van de ene is 2x zo groot als van de ander. Wat is dan de verhouding tussen de omlooptijden?
dat betekent dat als r 2 x zo groot wordt, r³ dan 2³= 8 x zo groot wordt.
T² wordt dus ook 8 x zo groot. Hoeveel keer groter wordt T dan?
Maak ook eens zo'n sommetje voor wanneer r 3 x zo groot wordt?
Conclusie?
groet, Jan