Hier maak je een niet onbegrijpelijke denkfout: de weerstand neemt namelijk niet toe.

Weerstand neemt alleen toe als apparaten in serie geschakeld worden. Dat betekent dat tussen het eerste  en het laatste apparaat 230 V staat. En dat als er eentje stuk is, niets meer werkt (zoals bij kerstboomlampjes meestal het geval is).

In huis staan alle apparaten parallel. Elk apparaat heeft 230 V tussen ingang en uitgang van het apparaat. Bij parallelle weerstanden geldt juist dat de totale weerstand afneemt naarmate er meer weerstanden parallel staan (volgens de 1/R_tot = 1/R₁ + 1/R₂ + ...  regel)
Zo zal elk volgend apparaat de U/R = I steeds verder laten toenemen, totdat een zekering in de meterkast doorslaat als I > 16 A of 20 A (of welke maximum waarde voor de stroomsterkte de zekering heeft)

Beste Theo,

Hartelijk dank voor de heldere reactie: het is me duidelijk!

Groet,

Beste Theo,

Toch nog een reactie n.a.v. mijn eerdere vraag. Qua formules kan ik de gedachtengang nu volgen, maar op 'begripsniveau' voelt het nog steeds onlogisch dat bij een parallelschakeling de weerstand afneemt door het aanschakelen van extra apparaten. 

Hoe is dit op begripsniveau te verklaren t.o.v. een serieschakeling waarin de weerstand wél toeneemt bij het koppelen van meer apparaten achter elkaar?

 

Alvast weer hartelijk dank voor reactie,
 

dag Leuntje,

Stel je een weg voor van plaats A naar plaats B . Tweebaans, en er staan dan ook regelmatig files: de weg heeft dus een zekere weerstand voor de verkeersstroom.

De provincie legt er een identieke weg parallel naast: verwacht jij nog files? 
Kortom, wat is er gebeurd met de totale weerstand op de route A->B ?

Of, zelfs al leg je er een eenbaansweggetje naast, dat zelf dus een veel hogere weerstand heeft dan die oorspronkelijke tweebaans, wat heeft dat voor invloed op de totale verkeersweerstand tussen A en B? 

groet, Jan

Dag Jan,

..dan is door het aanleggen van een extra weg inderdaad te verwachten dat de totale weerstand afneemt (dank voor het heldere voorbeeld!).

Wanneer ik dan weer terug ga naar de stroomkring met batterij: hoe is dan het verschil te verwachten tussen de snelheid waarmee de batterij leeg zou zijn?

Gevoelsmatig lijkt mij dat -vanuit het voorbeeld met de aanleg van een nieuwe weg gedacht- de batterij in een parallelschakeling sneller leeg raakt dan in het geval van eenzelfde aantal apparaten in een serieschakeling (aangezien in serieschakeling minder 'wegen' te vullen zijn).

Vanuit de hoeveelheid weerstand gedacht, is echter te verwachten dat juist bij de parallelschakeling (met minder weerstand) de batterij langer zal meegaan >> dit zou dan echter betekenen dat het toevoegen van meer apparaten (is het verkleinen van de weerstand in een parallelschakeling) het stroomverbruik doet afnemen, wat mij onlogisch lijkt..

Ergens maak ik een denkfout..zou u mij kunnen helpen?

 

Alvast weer hartelijk dank!

klopt, is ook logisch, want je hebt een groter vermogen aangesloten, meer apparaten verbruiken samen ook meer energie in eenzelfde tijd.Volgens die redenering loopt een stuwmeer sneller leeg door één gat  in de dam dan door twee gaten. :-S

groet, Jan

Ah..mijn fout was de veronderstelling dat afname van de weerstand tot verminderd stroomverbruik zal leiden (wat juist in omgekeerde vorm het geval is vanuit U=I*R).

Dank weer!