Opwaartse kracht
trafasi stelde deze vraag op 07 maart 2018 om 12:25.Hallo allemaal
ρgasolie = 800 kg/m³, max. waterverplaatsing (drijfvermogen) = 1500 m³, massa lege schip = 300.000 kg (ρwater = 1000 kg/m³)
Als ‘t schip al vrij diep ligt, zie ik dat ‘r op ‘t moment 1200 m³ gasolie is geladen. Hoeveel m³ gasolie mag ‘t schip nog laden?
Ben als volg te werk gegaan: 1500 . 1000 : 800 = 1875
Vervolgens heb ik die 1875 – 1200 die geladen is kom ik uit op 675 m³ volgens ‘t antwoordmodel moet ‘t 300 m³ z’n wat doe ik fout wie kan mij dat uitleggen alvast hartelijk dank!
Reacties
Zolang de boot niet zinkt geldt
gewicht = (massa boot in kg + massa lading in kg) x 9,81 = volume verplaatst water x dichtheid water x 9,81
Simpeler: (want 9,81 valt weg aan beide kanten, volume x dichtheid = massa)
Als het drijfvermogen op 1500 m3 is gesteld dan kan er dus blijkbaar
totale massa boot+lading = massa verplaatste water = 1500 x 1000 kg = 1,500 .106 kg zijn zoals je terecht denkt. Maar dan ga je de mist in.
Omdat het schip al 300 000 kg massa heeft, kan de olie dus maximaal maar als massa (15,00 - 3,00000).105 kg = 12,00 . 105 kg groot zijn.
Dat is een volume van 12,00 . 105/800 = 1500 m3 gasolie.
Er zit al 1200 m3 in dus er kan nog maar 300 m3 bij
Je rekent eerst het maximale volume uit waarmee de boot onder water ligt en doet dan net alsof boot en gasolie dezelfde dichtheid hebben. Maar dat is dus niet zo. Eerst moet je de massa van de boot erafhalen voordat je weet hoeveel kg gasolie geladen kan worden.
1200 . 1000 : 800 = 1500 m³
die 1500 m³ - 1200 m³ die ik geladen had = 300 m³
Er stond dus eerst 1000 x 1200 = 1500 x 800?
Of 1000/800 = 1500/1200 ? (of 800/1000 = 1200/1500)
En wat stelt de berekening voor?
Alleen als je weet wat je met elkaar vermenigvuldigt of deelt, kun je zeggen dat de berekeningen zinnig en logisch zijn. Want als het dat is, waarom deed je dit niet meteen zo?
Ken wel de form. FOpwaarts = Volume . dichtheid . g
trafasi plaatste:
Weet niet als ik hiermee de plank mis sla maar heb 't versimpeld d.m.v. kruiselingsvermenigvuldigen1200 . 1000 : 800 = 1500 m³
die 1500 m³ - 1200 m³ die ik geladen had = 300 m³
Ik heb intussen al heel wat vraagstukken van jou voorbij zien komen. En al die problemen (en dan bedoel ik niet de sommetjes zelf, maar de problemen die jij ermee hebt) komen naar mijn stellige indruk elke keer weer op hetzelfde neer: er zit veel te weinig structuur in je aanpak, en dus overzie je niet wat je aan het doen bent, en vooral, waarom je dat doet.
Je kunt dit en andere problemen formulematig aanpakken, dan word je in een structuur gedwongen en zul je elke stap wel móeten verantwoorden. En als er dan uit een stap iets onlogisch volgt zul je moeten gummen en opnieuw beginnen.
Of je pakt het redenerend rekenend aan, waarbij je bij elk getalletje erbij schrijft wat de betekenis is van dat getal.
De laatste regel uit je citaat hierboven begint daar al een beetje op te lijken:
die 1500 m³ - 1200 m³ die ik geladen had = 300 m³
die 1500 m³ maximum laadvermogen - 1200 m³ die ik geladen had = 300 m³ die nog geladen kunnen worden
Alleen de regel erboven,
1200 . 1000 : 800 = 1500 m³
dus, vanaf het begin:
ρgasolie = 800 kg/m³, max. waterverplaatsing (drijfvermogen) = 1500 m³, massa lege schip = 300.000 kg (ρwater = 1000 kg/m³)
Als ‘t schip al vrij diep ligt, zie ik dat ‘r op ‘t moment 1200 m³ gasolie is geladen. Hoeveel m³ gasolie mag ‘t schip nog laden?
dan blijft er nog 1500 m³ - 300 m³ = 1200 m³ waterverplaatsing over voor de lading
en dan blijkt jouw sommetje :
die 1500 m³ maximum laadvermogen - 1200 m³ die ik geladen had = 300 m³ die nog geladen kunnen worden
toch niet zo waterdicht te zijn te zijn, want die 1200 m³ heeft nu twee heel verschillende betekenissen, want jouw lading bestaat niet uit water.
gaan we verder met de juiste betekenissen:
300 000 kg massa leeg schip : 1000 kg/m³ dichtheid water = 300 m³ waterverplaatsing voor alleen het schip
dan blijft er nog 1500 m³ - 300 m³ = 1200 m³ waterverplaatsing over voor de lading.
1200 m³ waterverplaatsing geeft 1200 m³ x 1000 kg/m³ (dichtheid water = 12 000 000 kg laadvermogen
12 000 000 kg lading aan gasolie komt overeen met 12 000 000 kg : 800 kg/m³ (dichtheid gasolie) = 1500 m³ gasolie
er was al 1200 m³ gasolie geladen, er kan dus nog 1500-1200 = 300 m³ gasolie bij.
verwarrend in dit sommetje is dat elk getal in twee betekenissen voorkwam: 1200 m³ reeds geladen gasolie, of 1200 m³ maximum nuttige waterverplaatsing
300 m³ nog te laden gasolie, of 300 m³ waterverplaatsing voor massa ledig schip
1500 m³ laadvermogen aan gasolie, of 1500 m³ totale maximum waterverplaatsing. En dus kun jijzelf of iemand die jouw sommetje leest helemaal niks meer met getallen als 1500, 300 of 1200 zonder nadere verklaring, en loop je grote risico's van alles doorelkaar te gaan gooien.
Als ik maar een deel van je sommetje zie moet ik als corrector dus de conclusie trekken dat je maar een deel van het antwoord hebt berekend, en ik zie bovendien niet welk deel. Misschien deed je het goed, misschien ook niet, ik weet dat niet, maar bovenal, jijzelf WEET dat ook niet want anders zou je dat hier niet hoeven komen vragen. En dat komt allemaal omdat je bijna nergens je sommetjes verantwoordt. Elke rekenstap even apart, elk getal met een eenheid + omschrijving.
"en dan ga ik kruislings vermenigvuldigen" is geen verantwoording
Groet, Jan
trafasi plaatste:
Harstikke dank ..//.. voor de tip.Als je nog eens een probleem hebt willen we éérst een (begin van een) berekening mét verantwoording zoals in bovenstaand voorbeeld zien voordat we gaan corrigeren/helpen.
trafasi plaatste:
natuurkundige berekeningen zijn niet m'n sterkste kantgroet, Jan
trafasi plaatste:
Ken wel de form. FOpwaarts = Volume . dichtheid . gVoor opwaartse kracht geldt dat (meestal) het gewicht van het verplaatste water de opwaartse kracht levert. Als iets een volume V heeft en helemaal onder geduwd wordt, dan verplaatst het V m3 water en is de opwaartse kracht gelijk aan Fwater = Vondergedompeld voorwerp x ρdichtheid verplaatst water x gzwaartekrachtversnelling = mwater x 9,81
Als het ondergedompelde voorwerp massa mvoorwerp heeft dan heeft die een zwaartekracht Fvoorwerp zwaartekracht = mvoorwerp x g
Dan kunnen 3 situatie optreden:
Fvoorwerp < Fwater : water duwt harder. Voorwerp stijgt
Fvoorwerp = Fwater : netto geen kracht. Voorwerp zweeft
Fvoorwerp > Fwater : water duwt onvoldoende. Voorwerp zinkt