Afbuigen positieve ladingen in magnetisch veld

Joey stelde deze vraag op 11 februari 2018 om 22:24.
Hallo,

Ik vroeg me af waarom de richting van de stroomsterke gelijk moet zijn aan de richting van de snelheid als positieve ladingen in een magnetisch veld afbuigen en hoe kan het dat de lorentzkracht zich hier dan omkeert?

Verder vroeg ik me ook af waarom de richting van de stroomsterke tegengesteld aan de richting van de snelheid is als vrije ladingen in een magnetisch veld afbuigen.

Alvast dank voor de genomen moeite,

Joey

Reacties

Theo de Klerk op 11 februari 2018 om 22:42
Stroomsterkte heeft geen richting. Stroom wel. En heeft een grootte die we stroomsterkte noemen.

Elektrische stroom is ooit gedefinieerd als de stroming van positieve lading. Dat was lang voor men ontdekte dat eigenlijk meestal negatiefgeladen elektronen de elektrische stroom veroorzaken. Maar voor de meeste situaties maakt het niet uit. Stroom gaat van + naar - terwijl de elektronen van - naar + gaan. Kwestie van relativiteit. Elektronen kunnen naar links bewegen en rechts een tekort aan negatieve lading veroorzaken. Dat is het zelfde als daar een overschot aan positieve lading te hebben. En dat zou met een andere bril op veroorzaakt kunnen zijn doordat positieve ladingen naar rechts zijn gegaan (de "stroom").

De richting van de lorenzkracht is gekoppeld aan de beweging van elektronen. Maar dus evenzogoed aan de beweging van de stroom. Men heeft de rekenregels en ezelsbruggetjes (linkerhandregel) zo gemaakt, dat de richting te bepalen is als je de richting van de stroom kent (dus van positieve lading, ook al gaat in werkelijkheid meestal elektronen de andere kant op):
de linkerhandregel bepaalt dan de lorentzkrachtrichting bij een stroom I en een veld B.  Draai een van beide in richting om en de lorentzkracht doet dat ook.

Wiskundig heeft men dat vectorieel als "uitwendig product" gedefinieerd. Dat heeft als vector-eigenschap dat  a x b een vector c oplevert. En dat b x a ook een vector c oplevert, maar dan de andere kant op wijzend. (a x b is dus niet identiek aan b x a als a en b vectoren zijn, wat bij gewone getallen wel zo is).

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft vierentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)