Druk op een berg
trafasi stelde deze vraag op 12 januari 2018 om 18:32.Hallo alle hoog in de bergen is de druk hoger dan beneden water aan de kook brengen duurt daarom langer op de berg dan benden Is dat idd zo dacht altijd hoe hoger de druk hoe sneller iets kookt. Wie kan met het juiste antwoord komen. Alvast bedankt
Reacties
Jan van de Velde
op
12 januari 2018 om 18:52
trafasi plaatste:
hoog in de bergen is de druk hoger dan beneden
water aan de kook brengen duurt daarom langer op de berg dan beneden
dacht altijd hoe hoger de druk hoe sneller iets kookt.
groet, Jan
trafasi
op
15 januari 2018 om 14:22
Bedankt voor de feedback maar hoe komt het dat water eerder kookt in een fluitketel dan in een open pot bijvoorbeeld in een fluitketel heerst er een grotere druk t.o.v. een open pot/pan?
Theo de Klerk
op
15 januari 2018 om 15:04
Waarom blijft koffie langer warm als je een schoteltje op het kopje legt?
De druk neemt niet noemenswaard toe (en het beetje vereffent zich door de "kieren" tussen kop en schotel) maar de warme, vochtige lucht kan nergens heen: de schotel zorgt voor een bijna afgesloten ruimte. Dus blijft de warmte boven de vloeistof en deze koelt daardoor minder hard af.
Haal de schotel weg en de warme damp kan ontwijken. Het neemt energie (warmte) mee die door de warmere koffie moet worden aangevuld: de koffie wordt eerder koud.
Elke gesloten pan zorgt voor beter behoud van warmte. Koffie met een schotel erop, aardappels koken in een pan met deksel, vlees braden in een braadpan met (glazen) deksel... Een fluitketel houdt ook de warmte die wordt toegevoerd beter binnen. En wat eruit wil... laat de fluit fluiten.
Koken is trouwens een speciale situatie van vloeistof die in damp overgaat. In feite gebeurt dit permanent (koud water "verdampt" ook) en gaat een beetje vloeistof in damp over waardoor de lucht vochtig wordt (luchtvochtigheid). Bij elke temperatuur van de lucht kan er meer damp worden opgenomen. Koken is speciaal: dan verdampt niet alleen vloeistof aan het oppervlak, maar overal in de vloeistof: het water gaat over in waterdamp en je ziet bellen in de vloeistof. De druk in die bellen is gelijk aan de luchtdruk buiten. Ze worden dus niet meer door de lucht en het water samengedrukt zoals bij lagere bellen-druk het geval is. Die bellen zie je dan ook nauwelijks.
Bellen kokend waterdamp wegen minder dan de watervloeistof waarin het zit, en dus stijgen de bellen naar het oppervlak, knappen en de hete waterdamp ontsnapt. Bij koken gebeurt dit continu tot er geen vloeistof meer over is.
Voor koken gebeurt dus:
- vloeistof zet zich om in dampbellen van dezelfde temperatuur
- de gasdruk in de bel is gelijk aan de buitendruk
Daarom zal op een berg (minder luchtlagen tussen de berg en het vacuum van de ruimte dan tussen de grond en het vacuum) de luchtdruk lager zijn en water eerder "koken" want de dampbellen hoeven minder druk te hebben om overal in het water te ontstaan. Het water dat kookt op een berg is dan ook minder dan 100 graden heet.
De druk neemt niet noemenswaard toe (en het beetje vereffent zich door de "kieren" tussen kop en schotel) maar de warme, vochtige lucht kan nergens heen: de schotel zorgt voor een bijna afgesloten ruimte. Dus blijft de warmte boven de vloeistof en deze koelt daardoor minder hard af.
Haal de schotel weg en de warme damp kan ontwijken. Het neemt energie (warmte) mee die door de warmere koffie moet worden aangevuld: de koffie wordt eerder koud.
Elke gesloten pan zorgt voor beter behoud van warmte. Koffie met een schotel erop, aardappels koken in een pan met deksel, vlees braden in een braadpan met (glazen) deksel... Een fluitketel houdt ook de warmte die wordt toegevoerd beter binnen. En wat eruit wil... laat de fluit fluiten.
Koken is trouwens een speciale situatie van vloeistof die in damp overgaat. In feite gebeurt dit permanent (koud water "verdampt" ook) en gaat een beetje vloeistof in damp over waardoor de lucht vochtig wordt (luchtvochtigheid). Bij elke temperatuur van de lucht kan er meer damp worden opgenomen. Koken is speciaal: dan verdampt niet alleen vloeistof aan het oppervlak, maar overal in de vloeistof: het water gaat over in waterdamp en je ziet bellen in de vloeistof. De druk in die bellen is gelijk aan de luchtdruk buiten. Ze worden dus niet meer door de lucht en het water samengedrukt zoals bij lagere bellen-druk het geval is. Die bellen zie je dan ook nauwelijks.
Bellen kokend waterdamp wegen minder dan de watervloeistof waarin het zit, en dus stijgen de bellen naar het oppervlak, knappen en de hete waterdamp ontsnapt. Bij koken gebeurt dit continu tot er geen vloeistof meer over is.
Voor koken gebeurt dus:
- vloeistof zet zich om in dampbellen van dezelfde temperatuur
- de gasdruk in de bel is gelijk aan de buitendruk
Daarom zal op een berg (minder luchtlagen tussen de berg en het vacuum van de ruimte dan tussen de grond en het vacuum) de luchtdruk lager zijn en water eerder "koken" want de dampbellen hoeven minder druk te hebben om overal in het water te ontstaan. Het water dat kookt op een berg is dan ook minder dan 100 graden heet.
