Ik snap de foto niet helemaal. Er komt water uit de slang, dus het uiteinde dat de hond in zijn bek heeft moet het "losse uiteinde" zijn want de andere kant zal aan de kraan zitten...

Maar als we dat dan maar even niet aannemen en de slang bij x = 5,0 m eindigt in een los uiteinde, dan is de kop van de hond te vergelijken met een trillingspunt aan het begin van de slang.
De grafiek in je bijlage geeft aan dat de kop 3 keer heen en weer schudt in 0,76 s (of zoiets). Dus de frequentie van de trilling is...Hz.  De amplitude is 20 cm (nogal veel voor een hond: 40 cm heen en weer met zijn kop).



De slang zal zelf dus ook een amplitude van 20 cm hebben (net als de trillingsbron = kop van de hond) en eenzelfde frequentie.
De golfsnelheid in de slang ken je: dan is de golflengte ook bekend.
Maar hoe ziet de golf er dan uit op t =1,0 s  (als ik de opgave goed lees)?
Bij t=0,0 s zit de kop in het midden - de slanggolf heeft uitwijking 0 cm bij de kop (x=0 cm).
Bij t=1,0 is er ... gedeelte van een trilling voorbij. Dan is de fase φ=... van de koptrilling.
Zoveel is de slang ook uit zijn evenwichtstand. Hier is de fase φ = Δx/λ ofwel de golf is "verschoven" over Δx

Beste Klaas, 

Zou je de rest van de opdracht ook willen sturen? Ik vind het nameljk een hele goede oefening voor mijn aankomende toets voor natuurkunde. Ik zou het heel erg waarderen. Alvast bedankt.

Groetjes,
Marloes