Warm en koud water mengen

Talitha stelde deze vraag op 19 december 2017 om 19:55.

 Hoi, 

Even een vraag:

Een geiser levert 6,6 L heet water per minuut. De watertemperatuur is dan 60 graden. Deze temperatuur is te hoog om te douche. Daarom wordt er koud leidingwater van 13 graden bijgemengd. De temperatuur van de douche water is dan 40 graden. 

Bereken hoeveel liter koud water per minuut moet worden bijgemengd. 

Dit moet natuurlijk met Qopwarmen=Qtoevoer worden gedaan. Maar stel er staat bij de kamertemperatuur is 25 graden en die is niet verwaarloosd. Wat moet je hier dan mee doen? 

Gr talitha v

Reacties

Theo de Klerk op 19 december 2017 om 20:14
Bereken alles voor 1 minuut. Delen ervan of veelvouden ervan zullen evenredig minder of meer zijn.

Hoeveel liter heet water per minuut?
Hoeveel warmte hiervan moet worden afgevoerd om dit van 60 naar 40 graden te laten dalen?
Die warmte moet door water van 13 graden worden opgenomen. Hoeveel liter is hiervoor nodig? (Dat is ook het aantal liters/minuut)

De extra afvoer aan kamerlucht van 25 graden doet bij het mengen niet ter zake (mengen gebeurt in de buizen, buiten de kamerlucht en ik neem vast aan dat de buistemperatuur al in evenwicht is)
Jan van de Velde op 19 december 2017 om 23:18

Talitha plaatste:

 Maar stel er staat bij de kamertemperatuur is 25 graden en die is niet verwaarloosd. Wat moet je hier dan mee doen? 

dag Talitha,

wees gerust, dat gaan ze er niet bij zetten op middelbareschoolniveau. Dat wordt letterlijk hogeschool-warmteleer, inclusief dikke tabellenboeken met hele lijsten met coëfficiënten voor bijvoorbeeld de uitwisseling van warmte aan oppervlakken van allerlei materialen en een heleboel meer "leuke" zaken. 

Bovendien gaat die omgevingslucht nauwelijks een rol spelen bij die douchewatertemperatuur: lucht is in vergelijking met water heel slecht in opnemen en transporteren van warmte.

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft zeventien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)