dag Tamara,

Dat is'ie ook, althans voor een examen van een algemene middelbare schoolopleiding. Om te beginnen is zoiets een puzzel. Zie je per ongeluk één stukje niet, dan hang je. Verder, je gaat hier een heleboel vergelijkingen ** voor moeten schrijven, met een berg onbekenden, en die in elkaar moeten substitueren zodat je die onbekenden één voor één aan de kant werkt en ineens alles weet. Maar een suf rekenfoutje ligt daarbij op de loer waarna je wéér vastloopt. 



** bijvoorbeeld
U_br · I_br = 54
I_br . R₁ = 27 (want door R₁ gaat ook de totale stroom, I_br= I₁)
U₃ = U₂ = R₃ · 0,25
enzovoort undsoweiter etcetera

en dan maar zoeken naar substitutiemogelijkheden


Leuk om je tanden op te scherpen, maar inderdaad ongeschikt als examenvraag omdat het verschil tussen een succes of mislukking flinterdun is en er op basis van zo'n vraag dus geen fatsoenlijke score te verbinden is aan je kennis en vaardigheden. Plus, iemand kan in dat gepuzzel zomaar een uur aan het prutsen zijn zonder zich te realiseren dat de (toets)tijd omvliegt.

groet, Jan

Dag Jan, 

Ik had u inderdaad begrepen en ik vind deze vraag eigenlijk al te moeilijk, maar nog steeds wil ik heel graag het goed antwoord of tewel de goede methode/manier vinden! Ik heb bovendien bijna alles geprobeerd ; substitueren, vervangsweerstand, een berg onbekenden opschrijven ............
Bv.
• P (bron) = U(bron) * I(bron)
• U2 = U3
• I(1) = I(bron) = I (2) + I (3)
• U (bron) - U (3) - U (1) = 0
• 54/I (bron) - U(3) - 27 = 0
• 54/(I (2) + 0,25) - U(3) - 27 = 0


Ik had vanwege die vraag  zelfs hoofdpijn gekregen 💔 maar blijkbaar zou ik het antwoord nooit zullen weten ! 
Hartelijk bedankt voor alles !

Och, wie weet dat jij of iemand anders op een regenachtige zondagmidag niets beters weet te doen. Ik verexcuseer mij, ik heb al teveel werk om dit soort puzzeltjes te gaan zitten maken. 

Groet, Jan

Met sneeuwerig weer ga je soms puzzelen. Een collega van HP Almere loste het probleem op.

Zonder meteen de oplossing hier neer te schrijven wel zijn benadering:

1) Uit P = 54 W volgt I_tot = 54/U
2) Met Kirchhoff wet voor stromen kun je vinden I₂ = I_tot - 0,25
3) De spanning door een kring is nul: U - 180 I₂ - 27 = 0
4) Deze vergelijking leidt uiteindelijk tot U² + 18 U - 9720 = 0
    Een kwadratische vergelijking met twee oplossingen voor de batterijspanning: 
   U = - 108 V en U = 90 V.  Alleen de laatste voldoet.

Dit gegeven gebruiken leidt uiteindelijk tot:
U = 90 V
I_tot = 0,60 A
I₂ = 0,35 A

Het is dankzij u en uw collega mij uiteindelijk gelukt, heel erg bedankt!

De  vraag is natuurlijk of je leraar er zelf ook achterkwam (of het uit een antwoordenboekje leent)?

Mijn leraar had deze vraag zelfbedacht en hij alleen heeft het antwoord, je zou kunnen zeggen dat het een uitdaging was... Maar daar gaat het mij  niet om, ik vond de vraag zelf heel leuk en ontroerend ! Daarom was ik heel enthousiast om het goed antwoord te vinden!

Vreemde leraren lopen er op aarde...
Ik vind de vraag zeker niet ontroerend. Gewoon een beetje dom als natuurkundevraag en meer voor een puzzelboekje (want wel een leuke puzzel).

> Daarom was ik heel enthousiast om het goede antwoord te vinden!  
enthousiast of gemotiveerd? Daar zit nogal een verschil in.
En heb je de vraag nu zelf opgelost of alleen de gegeven antwoorden overgenomen?