Tsunami

Knaap stelde deze vraag op 27 november 2017 om 14:16.
De vraag is:

De golfsnelheid is recht evenredig met de wortel van de waterdiepte. v= k x √d
Naarmate de golven in ondieper water terecht komen, verandert de golflengte wel maar de frequentie niet.

Leg dit uit.

Antwoord:
Een golf is een doorgegeven trilling. De eigenschappen van die trilling, zoals de frequentie verandert daarbij niet. Als in de formule v = f ∙ λ de golfsnelheid verandert maar de frequentie niet dan moet de golflengte dus veranderen.

Ik snap de uitleg niet en waar staat k voor in de formule?

Reacties

Theo de Klerk op 27 november 2017 om 15:32
k is een constante. Eentje waardoor de dimensie van √d  (= m1/2) tot m/s omzet. En bovendien een diepte van bijv 4 m (√4=2) correct wordt omgerekend naar een correcte snelheid (bijv. als v = 9 m/s op 4 m diep, dan moet k = 9/2 = 4,5 m1/2s-1

Een trillingsbron heeft een bepaalde frequentie. Die verandert niet als de geproduceerde golf ergens ondiep water tegenkomt. De f frequentie blijft ongewijzigd.
Maar omdat snelheid v wel verandert (v = k√d) en de golffunctie altijd geldig is (v=λf) moet de golflengte wel veranderen.
Jan van de Velde op 27 november 2017 om 16:38

Knaap plaatste:

Naarmate de golven in ondieper water terecht komen, verandert de golflengte wel maar de frequentie niet.
de golven die nog een eind op zee zijn hebben nog geen idee van een nabije kust en blijven dus in hetzelfde tempo (frequentie en snelheid)) naar de kust gaan. Frequentie verandert nooit, want een golf, als die eenmaal is opgewekt, gaat hoe dan ook verder. Worden er ergens in een paar minuten 10 golven opgewekt, dan moeten een eind verderop in evenveel minuten evenveel golven langsgaan

Een golf nabij de kust vertraagt.
Maar dat betekent dat een golf die daar eerst een eindje achteraankwam daar nu veel dichter achteraankomt in afstand.
Kortere afstand tussen golven betekent kortere golflengte, maar door lagere snellheid kan toch die frequentie van arriveren gelijk blijven. Vergelijk dat met een snelweg die eindigt in een stad: als je op de snelweg 10 auto's per minuut met 120 langs ziet zoeven, dan zie je onvermijdelijk na het bord bebouwde kom 10 auto's per minuut met 50 km/h langskomen. Dichter opeen, dat wel. 

En dat zit allemaal verstopt in v=λf. 

groet, jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft vier appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)