Staande golven ontstaan uit gewone lopende golven.
Er gaat bijv. eerst een golf van links naar rechts. Bij het rechteruiteinde kan het niet verder. De golf kan ook de snaar niet omhoog krijgen omdat die zit vastgeknoopt. De golf kaatst dan terug (naar links) en wel met een fasesprong van 1/2 (alleen zo kan het vastgeknoopte uiteinde ook blijven waar het is: faseverschil heen/terug is 1/2 en daarmee "destructieve interferentie").
De teruggaande golf interfereert met de heengaande golf. Dat levert bij veel frequenties uiteindelijk niks op. Alleen bij frequenties (en bijbehorende golflengtes) die "precies passen" met n. 1/2λ op de lengte van de snaar ontstaat een samenwerking die een staande golf produceert.
Er "staat" dus eigenlijk niks: het zijn golven heen- en weergaand die samen een resultaat geven van een golf die alleen nog op en neer gaat.
De teruggekaatste golf kan ook worden gezien als een golf die van rechts naar links gaat en daarmee interfereert met de golf van links naar rechts. Zoals een plaatje uit een oud leerboek van mijzelf (Zweers & Lignac, 1970) toont.