Zwaarte-energie

dieke stelde deze vraag op 25 november 2017 om 16:45.
Hallo!

Ik zit in 5vwo en kom niet uit deze opgave.

Een bobslee glijdt vanuit rust zonder wrijving naar beneden langs de helling (zie afbeelding)
c) bereken de snelheid van de bobslee in de punten B, C en D.

ik snap dat ik v = wortel(2xgxh) moet gebruiken, maar niet waarom ik voor h 80-20=60m moet gebruiken voor B en 80-40=40m voor C. In plaats van 20m en 40m.

Iemand die dit weet?
Alvast heel erg bedankt! 

Reacties

Theo de Klerk op 25 november 2017 om 16:53
Aangezien je geen tijden weet is de energie-benadering de betere (de vraag zal ook wel in dat hoofdstuk staan):

1) Hoeveel energie heb je op hoogte 80 m (t.o.v. 0 m)? Er lijkt alleen maar zwaarte-energie te zijn.
2) Dezelfde energie heb je overal elders op je weg naar beneden. Alleen wordt de energie nu verdeeld over zwaarte-energie en bewegingsenergie (1/2 mv2). Hoeveel zwaarte-energie heb je op punten B,C en D? Aangezien de totale energie gelijk blijft, hoeveel kinetische energie heb je in die punten? En als je die weet, dan kun je ook uitrekenen welke snelheid v daarbij hoort.
dieke op 25 november 2017 om 17:09
Bedankt voor je reactie! Maar waarom moet je voor h=80-20=60m in punt B gebruiken en neem je niet gewoon h=20m? Want Ez neemt toe (en Ek af) naarmate de hoogte toeneemt toch? Maar zoals het antwoordenboek het doet lijkt dat omgedraaid te worden. Daar staat dat in B: v= 34m/s en in C: 28m/s.
Jan van de Velde op 25 november 2017 om 19:32

dieke plaatste

waarom moet je voor h=80-20=60m in punt B gebruiken en neem je niet gewoon h=20m? 
Dag Dieke,

Je bent hier energie aan het omzetten. Het gaat er hier dus niet om hoe hoog je bent, maar om hoeveel hoogte-energie er omgezet is vanaf de start, en dat is hier dus ¾ van wat die bovenaan was. Die verloren energie (van die 80-20 = 60 m) is de energie die volledig kan worden omgezet in bewegingsenergie als er geen wrijving is.

Groet, Jan
dieke op 26 november 2017 om 19:28
Nu snap ik het! Dankjewel

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft achttien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)