Spanning is feitelijk hetzelfde als druk, alleen in de andere richting: druk drukt iets samen, spanning rekt iets uit. Maar in beide gevallen is het de kracht die wordt uitgeoefend per oppervlakte-eenheid.

Dus in geval van de emmer water aan een rubberen koord:

oppervlakte doorsnede rubber = 2,0.10^-3 m x 1,5 . 10^-3 m = 3,0 . 10^-6 m²
kracht = gewicht emmer + 10 L water (zal ca. 100 N zijn)

spanning = 100 N/(3,0 . 10^-6 m²) = 3,3 . 10⁷ N/m²

De uitrekking van het rubber doet hierbij niet ter zake. Dat hoort bij diens elasticiteitseigenschappen, want spanning en uitrekking (ΔL/L = ε) zijn weer binnen het "elastische gebied" gekoppeld door
 spanning = Elasticiteitsmodulus x uitrekking
 σ = E.ε
Als de spanning te hoog wordt dan neemt de uitrekking niet meer lineair ermee toe maar gaat de stof vervloeien en uiteindelijk breken. Het komt nooit meer in de originele staat terug. Vergelijk met een elastiekje: tot een bepaalde uitrekking kan het weer in originele staat terugkomen, grotere uitrekking (door grotere spanning) vervormt het elastiek permanent.

Ach natuurlijk, ik dacht namelijk dat dikte ook diameter was dus ik had hele andere waardes voor oppervlakte.
Hartstikke bedankt! Fijne avond!

Klassiek misverstand en in stand gehouden door kranten, NOS nieuwslezers en andere niet-fysici tot Wikipedia lemma's aan toe.
diameter = een afstand. Bij een cirkel 2 x de straal
doorsnede = oppervlak van een snijvlak. Bij cirkel πr²

Maar doorsnede, diameter - voor veel mensen onterecht een pot nat.
Net als massa, gewicht, zwaartekracht voor hen hetzelfde is (en dat is echt niet zo)