Die lading ging beetje bij beetje wél naar de lucht en die isolerende plaat hoor. Nogmaals, er bestaan geen perfecte isolatoren.
Maar er is nog een verschil: elektrische krachten op geconcentreerde lading zijn groot, heel groot, en nemen kwadratisch af met de afstand. Aangezien elk systeem streeft naar een minimale potentiële energie, zoekt lading dus liefst plekjes het verste weg van andere lading, totdat er een verdeling ontstaat waarbij de som van de krachten van alle afzonderlijke ladingen op alle andere afzonderlijke ladingen minimaal is, of anders gezegd, zó dat de gemiddelde afstand tussen elke twee ladingen het kleinst is. Op asymmetrische voorwerpen geeft dat aanleiding tot hoge concentraties lading op uitsteeksels:

Jouw aluschaaltje is zo'n uitsteeksel. Onder invloed van de grote ondedrling afstotende krachten in het isolatorplaatje gaan er ook in dat isolatorplaatje best wel kleine stroompjes vloeien, en zo wordt de bodem van dat omgekeerde aluschaaltje na afzienbare tijd toch behoorlijk geladen. En raak je die bodem dan aan, dan kan die bodem ook in één keer "leegstromen". Dat zal best een voelbaar prikje kunnen leveren.
De leerling op dat isomomatje is het omgekeerde geval: het uitsteeksel (die leerling) is al geladen. Er vloeit wel wat lading naar dat matje, maar er is niet zoveel afstandswinst te behalen voor de ladingen door in dat matje te kruipen. Maar er vindt wél herverdeling plaats. Alleen heeft dat niet zo'n opvallend effect. De langzamerhand opgeladen isolator aanraken geeft niet dat "schok" effect ook al zou die veel sterker geladen zijn: de lading kan niet snel genoeg toevloeien naar het aanraakpunt. De leerling aanraken echter geeft beiden een voelbare prik.
groet, Jan