Je lijkt de goede kant op te gaan. Maar pV zal niet constant blijven. Het vaste volume V waarschijnlijk wel, maar druk p zal toenemen naar mate meer gas ontstaat.

Gebruik de wat algemenere gaswet:
pV = nRT
(met n = aantal mol,  R=gasconstante, T= temperatuur in kelvin, p = druk in N/m² (of Pa) en V volume in m³ )

Een vat van 200 L = 200 dm³ = 0,200 m³

En bedenk verder of:
- alle vaste stof tot gas overgaat (zo niet, dan zal het aantal gas mol kleiner zijn)
- neemt de vaste stof significant ruimte in (die komt dan vrij voor het gas)

Bedankt, idd met de ruimte die vrijkomt door de vaste stof die gasvormig wordt heb ik geen rekening gehouden, zal wel niet zoveel zijn. Idd druk stijgt en ik vermoed in het geval dat ik nu in gedachten heb dat de vorming van het gas ook bij bepaalde druk zal stoppen, een evenwicht zal bereiken, maar ik heb helaas geen idee hoe ik daar achter moet komen.

Zo'n evenwicht waarbij evenveel gasdeeltjes vast/vloeibaar worden als er vast/vloeibare deeltjes gasvormig worden, heet de verzadigingsdampdruk.
Tabellen 13/14 van Binas geven voor een paar stoffen grafieken hiervoor. Andere zijn vast/hopelijk ergens op internet te vinden.
Er is hier geen eenvoudig wiskundige formule voor te geven: de grafieken zijn experimenteel bepaald en het wordt dan numeriek doorrekenen wanneer gasdruk en verzadigingsdampdruk gelijk zijn en het proces in  evenwicht is.

Bedankt voor het meedenken, zal eens kijken of ik er zo kan geraken!!