droge lucht

trafasi stelde deze vraag op 19 juli 2017 om 09:47.

 

Hey kreeg een vraag die ik niet begrijp ik weet niet welke procenten ik met elkaar moet gebuiken wie snap hem laat mij weten er moet ongeveer 0,061 kg waterdamp per kg droge lucht uitkomen

In een droger drogen we 120 kg melkpoeder p/u. Vochtige melkpoeder bevat 24% vocht. Gedroogde melkpoeder mag nog 3% vocht bevatten. We drogen de melkpoeder met ‘n ventilator die p/u 650 kg droge lucht inblaast met een absolute vochtigheid van 0,02 kg waterdamp per kg droge lucht. Wat is de absolute vochtigheid v/d lucht die de droger verlaat?


Reacties

Theo de Klerk op 19 juli 2017 om 10:58
Pak het probleem eens stapsgewijs aan:
- er zit vocht in poeder en dat moet eruit. Hoeveel vocht moet eruit?
- dat vocht wordt door de lucht opgenomen. Daardoor stijgt de luchtvochtigheid ervan. Hoeveel wordt het?

Alles wordt gegeven in "per uur".
In een uur komt 120 kg vochtig poeder voorbij. Hoeveel kg hiervan is vocht?
Dat moet 3% van de massa worden, dus vocht = 0,03 x (vocht+poeder). Hoeveel vocht moet er dan uit?

Dat vocht wordt opgenomen door de lucht. Die komt binnenblazen met 0,02 kg vocht per kg lucht. En met 650 kg lucht/uur. Dus die 650 kg moet dat vrijgekomen vocht opnemen.
Er zit al 0,02 x 650 kg = 13 kg vocht in die lucht (die in een uur langskomt)
Daar komt dat vocht uit het poeder bij. Hoeveel kg vocht zit er dan in die 650 kg lucht?
Wat is dan de vochtigheid (kg vocht /kg lucht)?
Jan van de Velde op 19 juli 2017 om 11:19
dag Trafasi,

als je niet ziet wat je moet doen zou je eens kunnen proberen te gaan "goochelen" met eenheden.

bijvoorbeeld de vraag " een auto rijdt met een snelheid van 80 km/h, en he benzineverbruik daarbij is 5 liter per 100 km.
Hoeveel verbruikt de auto in L/h.

we hebben de eenheden



Wat kun jij met de breuken km/h en L/km om op de breuk L/h uit te komen?

Deze drogingsopdracht bevat een aantal van deze sommetjes, die je uiteindelijk samen naar de oplossing brengen.

Wat mede kan helpen is een soort van stroomschema maken. Wat gaat die droger in, en wat komt eruit? 



kun je je gegevens in dat stroomschema plaatsen, en er dan mee gaan "goochelen"?

groet, Jan
trafasi op 19 juli 2017 om 20:41
Ik heb de stroomschema gevolgd en kom er niet echt uit krijg als uitkomst 0,057…. i.p.v.  0,061 kg waterdamp per kg droge lucht uitkomen
Theo de Klerk op 19 juli 2017 om 21:00
Maar behalve zeggen "ik krijg het er niet uit" zou je ons helpen eens te laten zien wat je berekent (zodat we ook kunnen zien waar je dan de fout in gaat)
trafasi op 20 juli 2017 om 00:53
Dit is m’n uitwerking
120 kg melkpoeder p/h bevat 24% vocht ≙ 28,8 kg vocht p/h Restant 91,2 kg p/h = poeder
91,2 kg p/h poeder bevat 3% vocht ≙ 2,736 kg p/h vocht Restant 88,464 kg p/h = poeder
Er zit al 0,02 . 650 = 13 kg vocht + 28,8 + 2,736 = 44,536 kg tot vocht
44,536 kg tot. vocht : 650 kg = 0,0685…….. kg
Theo de Klerk op 20 juli 2017 om 03:07
Je begint goed, maar dwaalt dan af.

1. 120 kg nat poeder bevat 24% vocht = 28,8 kg.
2. 120 kg nat poeder heeft dus 120 - 28,8 = 91,2 kg droog poeder
Dat heb je goed.

3. Er mag nog 3% vocht in het poeder blijven. Dus vocht+droog poeder = 3%+97%=100%
Daar ging je fout: je nam weer 3% van het droge poeder alsof dat 100% is.
Dat is maar 97% van de nieuwe massa.

4. De 91,2 kg droog poeder is voor de nieuwe situatie dus 97% van het nog een beetje vochtige poeder. Dan is 100% gelijk aan 91,2/0,97=94,02 kg
5. 3% hiervan is vocht: 0,03 x 94,02 = 2,82 kg
6. Er zat 28,8 kg vocht in het natte poeder. Na droging mag er nog 2,82 kg inzitten. De drooglucht moet de rest afvoeren: 28,8 - 2,8 = 26 kg
7. De 650 kg droge lucht is niet helemaal droog: 2% ervan is vocht ofwel 0,02 x 650 = 13 kg.
8. Dan is de droge lucht maar 98% ofwel 650-13= 637 kg.
9. Daarin moet dan 13 + 26 = 39 kg vocht opgenomen worden.
10. Dat is dan in absolute maat 39 kg vocht/637 kg droge lucht = 0,061 = 6,1%
trafasi op 20 juli 2017 om 07:48
Goedendag zat inderdaad mis vandaar m’n hulp. Hartelijk dank voor de heldere uitwerking

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft zevenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)