Vraag voor een presentatie

Striq stelde deze vraag op 06 juni 2017 om 15:33.

 Hallo, ik moet een presentatie over een vraag uit mijn werkboek houden, alleen ik snap de vraag niet.

De tekst die erbij hoort: Arnold werkt in de vakantie op de bierbrouwerij. Hij merkt dat hij in 1 minuut 36 kratten met lege flessen op de lopende band kan zetten. Hij moet de kratten daarvoor 0,80m omhoog tillen. Een krat met lege flessen heeft een massa van 8,5kg.

De vraag: Bereken zijn gemiddelde vermogen in die minuut.

Ik weet wel welke formule ik moet gebruiken, alleen ik weet niet welke informatie ik uit de tekst moet halen.

Reacties

Jan van de Velde op 06 juni 2017 om 15:42

Striq plaatste:

Ik weet wel welke formule ik moet gebruiken,

Dag Striq,

als je dat weet dan weet je alles, want die formule vertelt je welke gegevens je nodig hebt. Namelijk een energie en een tijd. 

Er staat nergens een energie expliciet genoemd. Maar er zijn wel gegevens waarmee je een energie kunt berekenen. Kwestie van alles netjes op een rijtje zetten.

mkrat = 8,5 kg
hkrat = 0,80 m
(36 stuks)
t= 1 min. 
P=?? W

Heb ik een formule met een P?
Jawel, P=E/t 
oei, ik heb geen E :( 
Heb ik een formule met een E en een of meerder zaken die ik wel ken?
Jawel :) 

opgelost? 

groet, Jan
Striq op 07 juni 2017 om 15:06
Ik heb het antwoord gevonden, maar ik weet niet hoe ik aan het antwoord 2,4x10³ kom 

2,4x10³ :60 = 40W is het toch?
Jan van de Velde op 07 juni 2017 om 15:58
dag Striq,

ja da's 40 W, maar ik snap niet wat jij bedoelt met 

 ik weet niet hoe ik aan het antwoord 2,4x10³ kom 

Dat vind je alleen als je correct Ep= m·g·h intoetst. Of bedoel je dat je rekenmachine 2,4·103 als (tussen)uitkomst geeft en dat je niet weet wat dat betekent?

groet, Jan
Striq op 08 juni 2017 om 15:04
Geachte Jan,

Ik had een antwoordmodel gekregen maar ik moet ook uitleggen hoe ik er aan kom, dus hoe kom ik aan het getal 2,4x10³ of 2400 in dit geval.

Groetjes, Striq
Jan van de Velde op 08 juni 2017 om 15:50

Striq plaatste:

hoe kom ik aan het getal 2,4x10³ of 2400 in dit geval.
dat is een herhaling van ej eerdere vraag waarop ik antwoordde:

Jan van de Velde plaatste:

Dat vind je alleen als je correct Ep= m·g·h intoetst.
Had je dat niet gelezen of begreep je die formule niet?

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft veertien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)