Ik denk dat je te moeilijk zit te denken. Veel meer dan vmbo wis-en natuurkunde heb je hier niet voor nodig lijkt me.
Een puls wordt afgevuurd en begint tussen de linker- en rechterspiegel heen en weer te stuiteren. Steeds bij de rechterspiegel wordt een deel doorgelaten, de rest van de puls stuitert terug.
Pak een liniaaltje en meet de lengte van de puls en de breedte van het kastje op. Bepaal de verhouding lengte van de puls : 2x breedte van het kastje en je hebt de verhouding pulsduur : herhalingstijd
verhoudingen heb je nu. Kwestie van bepalen hoe lang die herhalingstijd is, en met de simpele s= v·t de breedte van het kastje berekenen.
Meer een kwestie van de gegeven info en het plaatje aan elkaar knopen, de rest is kinderspel.