Versnelling en hoogte

Harm stelde deze vraag op 06 april 2017 om 16:27.

Kunt u mij helpen met het vraagstuk uit de afbeelding?

Reacties

Theo de Klerk op 06 april 2017 om 16:35
1: Probeer eens een grafiek te maken met de hoogte van kogel A op elk tijdstip t  (het is een (negatief) versnelde beweging met de zwaartekrachtversnelling.

Doe hetzelfde voor B.

Als B sneller is, dan zal die A inhalen: op moment van inhalen moeten de afstanden en tijden hetzelfde zijn: beide grafieken snijden elkaar.
Dat kun je ook wiskundig uitrekenen door h(A) = h(B) te stellen als h(A) de hoogtefunctie is van A (en afhankelijk is van tijd, beginsnelheid en zwaarteversnelling).

2: Zie hierboven: op het snijpunt of als h(A) = h(B). Daar hoort dezelfde tijd bij.

3: Bij de maximale hoogte is de snelheid 0. Als je de bewegingsvergelijking h(A) kunt opstellen, dan kun je ook de v(A) en v(B) opstellen m.b.v. beginsnelheden en zwaartekrachtversnelling.

Het is allemaal niet zo wezenlijk anders dan een gewone versnelde/vertraagde beweging waarvoor je afstand- en snelheidsformules kunt opstellen.
Harm op 10 april 2017 om 20:46
Bedankt voor uw antwoord. Het is mij helaas nog niet gelukt. Dit komt omdat het me niet lukt de 2 seconden die B na A start goed te verwerken.
Jan van de Velde op 10 april 2017 om 20:52
dag Harm,

als voor A geldt ht,A = v0,At -½at²

dan geldt voor B ht,B = v0,B(t-2) -½a(t-2)²

lukt'ie zo wel?

groet, Jan
Harm op 10 april 2017 om 21:20
Bedankt voor uw antwoord. Nu heb ik het vermoeden dat ik de volgende vergelijking moet oplossen: v0,At -½at² = v0,B(t-2) -½a(t-2)²
Dit lukt mij echter niet om het wiskundig op te lossen.
Jan van de Velde op 10 april 2017 om 21:27

Harm plaatste:

Dit lukt mij echter niet om het wiskundig op te lossen.
uiteindelijk is het niet meer dan tweedejaars algebra, waarin niks ingewikkelders dan een merkwaardig product en wat haakjes wegwerken  langskomt.

vul dus om te beginnen eens in wat je weet, type dat hier uit, en dan helpen we je wel stap voor wiskundige stap verder 

groet, jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft twee appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)