significantie

Ahmed stelde deze vraag op 14 januari 2017 om 12:51.

 Beste allemaal,

Mijn vraag is of je de uitkomst van de opgave hieronder in signifcantie moet opschrijven.

Kevin Fast is in staat het vliegtuig 50 seconde lang een versnelling te geven van 0,0027 m/s².

A) Bereken de snelheid van het vliegtuig na 50 seconde. 

Formule hierbij: a = delta v / delta t
a = 0,0027 m/s2 , Δ T = 50 seconde, Δv is onbekend

ΔV = Versnelling x de Tijd = 0,0027 m/s2 x 50 seconde
= 0,135 m/s of 1,35 * 10 -1

Reacties

Jan van de Velde op 14 januari 2017 om 13:06
dag Ahmed,

0,135 heeft exact dezelfde betekenis als 1,35·10-1
wetenschappelijke notatie is hier dus nogal overkill.

Overigens is 0,135 te precies gezien de gegevens, die beide maar 2 significante cijfers kennen.
0,14 m/s is dus een beter antwoord.
Theo de Klerk op 14 januari 2017 om 13:07
> of je de uitkomst van de opgave hieronder in signifcantie moet opschrijven

Eigenlijk altijd. Maar tot de 4e klas wordt er nog niet veel nadruk op gelegd. Het idee erachter is natuurlijk dat het geen zin heeft om nep-nauwkeurigheid op te geven als je weet dat de opmeting grof gebeurd is.

In jouw geval: a = 0,0027 m/s2  (2 significante cijfers, 2 en 7)
tijd  t = 50 s (2 significante cijfers)
v = a.t = 0,0027 x 50 = 0,1350 m/s
Toepassen significante cijfers: vermenigvuldigingsantwoord heeft het kleinste aantal significante cijfers van de vermenigvuldige getallen. Hier allebei 2, dus alleen 1 en 3 zijn significant. Omdat na de 3 een 5 (of hoger) komt, wordt de 3 naar een 4 afgrond:
v = 0,14 m/s


Ander voorbeeld. Een tafel van 75 x 75 cm zou je kunnen afronden bij schattende opmeting als ongeveer 1 x 1 meter. Dan is het antwoord 1 m2 maar impliciet zeg je hierbij eigenlijk 1 +/- 0,5 m2 want het is niet nauwkeurig gemeten.  Als je een meetlat met cm indeling gebruikt zeg je 75 x 75 = 5625 cm2 = 0,5625 m2
Dan is de impliciete fout minder dan een centimeter in lengte en breedte en zeg je eigenlijk 5625 +/- 0,5 cm2
Als je alleen een waarde geeft (5625 cm2) wordt stilzwijgend aangenomen dat dit +/- de helft van het laatste cijfer is. Heb je het nauwkeuriger gemeten, niet 0,5 maar bijv 0,1 afwijking in het laatste cijfer, dan zet je dit expliciet erbij: 5625 ± 0,1 cm2
ahmed op 14 januari 2017 om 13:12

Jan van de Velde plaatste:

dag Ahmed,

0,135 heeft exact dezelfde betekenis als 1,35·10-1
wetenschappelijke notatie is hier dus nogal overkill.

Overigens is 0,135 te precies gezien de gegevens, die beide maar 2 significante cijfers kennen.
0,14 m/s is dus een beter antwoord.
Beste Jan,

Geweldig

Bedankt voor de snelle duidelijke antwoord!! 

Fijn Weekend,

Ahmed
ahmed op 14 januari 2017 om 13:14

Theo de Klerk plaatste:

> of je de uitkomst van de opgave hieronder in signifcantie moet opschrijven

Eigenlijk altijd. Maar tot de 4e klas wordt er nog niet veel nadruk op gelegd. Het idee erachter is natuurlijk dat het geen zin heeft om nep-nauwkeurigheid op te geven als je weet dat de opmeting grof gebeurd is.

In jouw geval: a = 0,0027 m/s2  (2 significante cijfers, 2 en 7)
tijd  t = 50 s (2 significante cijfers)
v = a.t = 0,0027 x 50 = 0,1350 m/s
Toepassen significante cijfers: vermenigvuldigingsantwoord heeft het kleinste aantal significante cijfers van de vermenigvuldige getallen. Hier allebei 2, dus alleen 1 en 3 zijn significant. Omdat na de 3 een 5 (of hoger) komt, wordt de 3 naar een 4 afgrond:
v = 0,14 m/s


Ander voorbeeld. Een tafel van 75 x 75 cm zou je kunnen afronden bij schattende opmeting als ongeveer 1 x 1 meter. Dan is het antwoord 1 m2 maar impliciet zeg je hierbij eigenlijk 1 +/- 0,5 m2 want het is niet nauwkeurig gemeten.  Als je een meetlat met cm indeling gebruikt zeg je 75 x 75 = 5625 cm2 = 0,5625 m2
Dan is de impliciete fout minder dan een centimeter in lengte en breedte en zeg je eigenlijk 5625 +/- 0,5 cm2
Als je alleen een waarde geeft (5625 cm2) wordt stilzwijgend aangenomen dat dit +/- de helft van het laatste cijfer is. Heb je het nauwkeuriger gemeten, niet 0,5 maar bijv 0,1 afwijking in het laatste cijfer, dan zet je dit expliciet erbij: 5625 ± 0,1 cm2
Beste Theo,

Bedankt voor de snelle duidelijke antwoord!!
De extra opgave maakt het nog duidelijker!

Merci

Fijn Weekend,

Ahmed

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft negentien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)