dag Carin,

een versnelling van 1,41 m/s² betekent dat er elke seconde 1,41 m/s aan snelheid bij komt (dus startend van 0 zal het karretje bijvoorbeeld na 3 seconden een snelheid van 4,23 m/s hebben gekregen)

Voor de rest is je vraag te vaag om je verder te helpen. Kun je de opgave aub eens LETTERLIJK overnemen hier, liefst met bijbehorende afbeelding ingevoegd?

Groet, Jan

dag Carin,

Dit heeft niks met snelheid of tijd te maken, maar alles met krachten.

Om een voorwerp met een massa van 7,5 kg te versnellen met een versnelling van 1,41 m/s² is een kracht van F=m·a = 7,5 x 1,41 = 10,6 N nodig.

Komt daarbij dat het karretje een zwaartekracht ondervindt dat het karretje weer de helling af trekt, en die kracht zal het vrouwtje ook moeten compenseren:



Zie je kans om die lila component te berekenen? 

Dan heb je daarna een optelsommetje, en heb je de duwkracht langs de helling.

De vraag lijkt echter te zijn dat het vrouwtje om een of andere vreemde reden op horizontale wijze tegen die kar duwt in plaats van in de hellingrichting. Dan moet er op het vorige antwoord nóg een goniosommetje worden losgelaten om uiteindelijk aan 27,8 (28) N te komen

Groet, Jan

Het paars streepje oplossen lukt eigenlijk niet. 
Ik ben nog een beginner, helaas nooit eerder in aanraking met het vak gekomen. 

Snap je dan wél hoe ik aan die paarse krachtvector kom?
Want dát is fysica, meer bepaald statica. 

Hoe dan de lengte van die vector ( "het paars streepje") te berekenen is driehoeksmeetkunde, goniometrie, niks dan wiskunde: rechthoekige driehoek, hoek bekend, een zijde bekend, en dus is de rest van die driehoek te berekenen.

Als beide ondergronden missen,of zelfs maar een ervan, hebben we een probleem. Iemand die de beginselen kent helpen die beginselen correct toe te passen is mogelijk. Die beginselen bijbrengen is via deze weg onbegonnen werk, toch zeker als we dat moeten gaan vastknopen aan oefeningen zoals deze die niet voor beginners bedoeld zijn.  Dan zijn gerichte bijlessen de enige weg.

groet, Jan

Ik ken de beginselen wel, ik heb alle hoofdstukken doorgenomen. Maar het probleem is dat ik het niet inzie. (vindt het lastig toe te passen) 

Ik dacht dat die rode streep de gravitatie kracht was, maar kon zelf niet direct bedenken hoe ik verder moest. 

Alsnog bedankt voor de moeite dan. 
Met vriendelijke groeten, Carin

klopt. Die ontbind je dan in twee componenten, eentje over de helling een eentje loodrecht daarop (die laatste component liet ik weg) 
Dat geeft die paarse vector als component van de zwaartekracht langs de helling

Vervolgens zien we dat we een rechthoekige driehoek gecreëerd hebben, met rode, groene en paarse zijden. Een hoek is bekend (even groot als die hellingshoek), de rode zijde ook (Fz = m·g) . De paarse zijde is dus te berekenen.

dan is deze oefening nog een stap erover. Ga dan terug naar eenvoudiger oefeningen statica en bouw op.

in de bijlagen kale sommetjes vectoren samenstellen en ontbinden, kan ik desgewenst laten volgen door iets ingewikkelder praktische situaties. Alles grafisch op te lossen, dwz door het via een schaal omrekenen van lengtes van vectoren naar groottes van krachten. 

Mocht je nog hulp nodig hebben, begin eens met een filmpje, zoals deze:
https://www.youtube.com/watch?v=3sVaeMI9A9s

Succes!