drie regels bij krachtenberekeningen:
1: teken de situatie ongeveer op schaal
2: teken de situatie ongeveer op schaal
3: teken de situatie ongeveer op schaal
(afbeelding een beetje bijgewerkt, de hoek is nu werkelijk ca 110°) teken
Fz
De draad moet een even grote kracht leveren, maar in tegengestelde richting: -Fz
Alleen, recht naar boven loopt geen draad. Ontbind -Fz naar componenten Fs over de draad (grijze stippellijntjes)
Zowel de linkse als de rechtse kant dragen bij aan de draagkracht. we kijken even naar de linkse kant.
De verticale component van die linkse Fs vinden we door de groene stippellijn.
Vanwege de symmetrie in het plaatje snijdt die overigens -Fz precies in tweeën. Verticale component van Fs = -½Fz
die verticale component kunnen we vaststellen m.b.v. die hoek: Fs, de groene stippellijn en de helft van -Fz vormen een rechthoekige driehoek
aanliggende rechthoekszijde van die hoek van 55° (½Fz) bekend, we willen de schuine zijde (Fs) weten.
cos(α) = ½Fz / Fs.
dat nog even omwerken tot Fs = ..... en de bekende grootte van ½Fz invullen.
duidelijk nu?
groet, Jan