dag Mascha,

welke "regel", of beter, welk ezelsbruggetje, je wil gebruiken moet je in principe zelf weten. Ikzelf ben liefhebber van deze rechterhandregel:


omdat

• het om één hand gaat, 
• de vingers altijd de veldrichting geven
• de duim altijd de stroomrichting geeft
• de "duwende" handpalm zo lekker aanvoelbaar de richting van lorentzkracht geeft.

En daarmee is deze universeel toepasbaar.

De richting van de stroom in het draadraam is overigens alleen te bepalen als je weet of het magneetveld het papier IN of het papier UIT is gericht.

veelgebruikte symbolen zijn te denken alsof je IN een kegelvormige pijlpunt kijkt, of erOP:

wat de puntjes in jouw boek voorstellen weet ik niet. Papier uit misschien, in tegenstelling tot een kruisje voor papier in? 

Groet, Jan

Ik gebruik voor de situatie links ook de rechterhandregel maar voor de situatie rechts de FBI-regel. Maar dat maakt niet uit haha

De puntjes betekenen denk ik dat het magneetveld het papier in is gericht, maar hoe bepaal je dan of I tegen de klok in of met de klok mee is in het draadraam?

De flux in het draadraam neemt toe doordat het draadraam het magneetveld in schuift. 
Een inductiestroom gaat lopen in de draad zódanig dat het veld rond de draad die fluxtoename tegenwerkt. M.a.w. zolang de flux toeneemt zal het "tegenveld" van de inductiestroom een richting hebben tegen het externe veld in. 

mijn opa placht te zeggen dat je dat soort "denken" beter aan paarden kunt overlaten, omdat die een groter hoofd hebben. Dus zoek dat liever uit, want daarvan hangt het antwoord af. 

Maar áls het externe veld het papier IN gaat, moet het deel van het veld van de inductiestroom dat zich binnen het draadraam bevindt dus het papier UIT komen.
Ezelsbruggetje toepassen (pak in gedachten die draad maar vast met rechterhand met gestrekte duim)  geeft dan : tegen de klok in :
(selecteer blanco stukje tussen de dubbelepunten om jouw antwoord te checken)

groet, Jan