dag Casper,
Stel je een waterkraan boven een emmer voor, en de stroom I is nu een waterdebiet in liters per seconde. Voor de rest zelfde grafiek.
Uit de kraan komt in het begin helemaal niks, na 1 seconde stroomt het water eruit met een debiet van ongeveer 0,4 L/s, na 2 s ongeveer 0,6 L/s enzovoort totdat er na 8 seconden eindelijk een straal water met een debiet van ongeveer 1 L/s uit komt.
Als je dan wil uitrekenen hoeveel liter water er na 8 seconden in de emmer onder de kraan zit, dan is dat dus NIET 8 seconden x 1 L/s = 8 liter, want in het merendeel van die 8 s stroomde het water veel langzamer.
Een gemiddelde in de zin van,
- in het begin niks,
- aan het eind 1 L/s,
- dus gemiddeld 0,5 l/s,
- dus na 8 seconden 4 L in de emmer
werkt overigens ook niet: dan zou de grafiek een rechte moeten zijn geweest.
Gesnapt?
groet, Jan