dag Marieke,

Bewegingen vinden plaats in een zogenoemd "referentiestelsel".
Beschouw dat als een denkbeeldig assenstelsel dat je op de "wereld" legt.
Kaartenmakers doen dat ook:


Je bent helemaal vrij in hoe je je referentiestelsel kiest: waar je oorsprong ligt, en welke richting je "plus" noemt. 

Die keuze moet je dan wel aan je lezer duidelijk maken, en er verder ook consequent mee omgaan. Daarmee bedoel ik, als jij een auto die oostwaarts rijdt een positieve snelheid toekent, dan zul je een andere auto die westwaarts rijdt een negatieve snelheid moeten gevenDat zie ik even niet voor me, maar misschien kun je de afbeelding(en) hier plaatsen?

groet, Jan

ik bedoel eigenlijk dat in een plaatsgrafiek er een horizontale lijn was getrokken boven de x-as. Deze lijn stopte abrupt en werd door een verticale stippelijn verbonden aan de(vervolg) grafiek onder de x-as

___________
                    i
                    i
                    i__________

bij de 2e i ligt dan de x-as. Snapt u wat ik bedoel?

Ik snap wat je bedoelt, maar in een x/t grafiek of s/t grafiek, waar dan normaal gesproken de tijd op een horizontale as staat, en plaats of afstand verticaal, is zo'n abrupte overgang mallotig en natuurkundig onmogelijk:

Ga op een veld staan. Op het veld trekken we twee assen, voor-achter en links-rechts. Jij staat in de oorsprong. Dat is jouw referentiestelsel.

Een hele tijd ligt er een rode bal vóór je in jouw referentiestelsel :


Dat is die ene horizontale streep in die x/t grafiek van je, want x is daar constant in de tijd.

En dan plotsklaps, bij toverslag, ligt die bal achter je................


Magic....

Het kan wel een vereenvoudigde weergave zijn van iets dat in korte tijd van plaats verandert. Je werkelijke x/t grafiek zou er dan ongeveer zó uit zien



Groet, Jan