luchtweerstandcoëfficiënt

Koray stelde deze vraag op 18 oktober 2016 om 20:20.

Hallo mensen,

Ik heb een vraag. Ik moet namelijk de luchtweerstandcoëfficiënt uitrekenen van een springende parachutist dus de k. De vraag precies gaat als volgt:

Met het oog op botbreuken mag een parachutist bij de landing geen grotere snelheid hebben dan 5 m/s. Je kunt onderzoeken hoe groot de luchtweerstandscoëfficiënt dan moet zijn. Veronderstel dat de massa van de parachutist, samen met zijn parachute 87 kg bedraagt. 

Ik snap niet hoe ik dit met een krachtenvergelijking moet berekenen. Ik hoop dat jullie mij kunnen helpen

Alvast bedankt

Reacties

Jan van de Velde op 18 oktober 2016 om 20:28
dag Koray,

de definitie van "luchtweerstandscoëfficiënt" wil nog wel eens een beetje variëren, maar laten we wikipedia volgen:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Weerstandsco%C3%ABffici%C3%ABnt#Toepassing_in_formule

heb jij een andere definitie (want je noemt hem k in plaats van Cw) dan zul je die eerst even moeten geven, eventueel in een formule waarin die k voorkomt. Want dan kunnen we desnoods de definitie van jouw "k" wel uit die formule afleiden. 

Groet, Jan
Koary op 18 oktober 2016 om 20:33

Dag Jan, 

Ik heb de formule  gegeven maar ik snap dus hier niet hoe ik aan Fw,l moet komen is dat dan gewoon die 87*9,81 of?

Groet, Koray

Jan van de Velde op 18 oktober 2016 om 20:39

Koary plaatste:

 ik snap dus hier niet hoe ik aan Fw,l moet komen is dat dan gewoon die 87*9,81 of?

de bedoeling van een parachute is dat de parachutist met een constante snelheid daalt.
constante snelheid ⇒ nettokracht = 0 N 
nettokracht = 0 N ⇒ zwaartekracht naar beneden = weerstand naar boven.

dus: ja, Fw = (-) Fz = m·g = 87 x 9,81 N 


En inderdaad, "jouw"  k  blijkt dus een combinatie van Cw, A en ρ uit de vaker gebruikte formule zoals op wikipedia.
Koray op 18 oktober 2016 om 20:42
Heel erg bedankt Jan! Ik snap het nu.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)