Karretje op helling
Sanne stelde deze vraag op 15 oktober 2016 om 13:54. Hallo,
Wij hebben een practicum gedaan van een karretje op de helling. Hierbij zijn een aantal opgaven. Via onze berekeningen is de snelheid in de praktijk hoger dan de theoretische snelheid, dit kan niet. Wij doen dus iets fout in onze berekeningen, maar wij weten niet wat, zou u ons kunnen helpen? Het gaat om de hoek van 20 graden. Wij denken dat er ergens een fout in zou kunnen zitten vanaf vraag 6. De wrijvingskracht (Fw) zou kleiner moeten zijn, om op het juiste antwoord uit te komen denken we.
Het gaat hierbij om vraag 9, deze klopt niet.
Alvast bedankt,
Met vriendelijke groeten,
Melissa en Sanne
Bijlagen:
Reacties
Sanne plaatste:
Via onze berekeningen is de snelheid in de praktijk hoger dan de theoretische snelheid, dit kan niet.
Dat zou inderdaad vreemd zijn. Maar ik zie dat ook nergens
8.
De gemeten snelheid: 2,255 m/s.
De theoretische snelheid met behulp van krachten en bewegingen is: 3,0 m/s.
De theoretische snelheid met behulp van een energiebalans is: 3,20 m/s.
Wat meteen opvalt is dat de theoretische snelheid van allebei de manieren een stuk hoger is dan de gemeten snelheid. Dit is ook logisch, ..//..
Wat wél vreemd is, is dat in beide gevallen die twee theoretisch berekende (eind)snelheden niet steeds perfect aan elkaar gelijk zijn. Of je zoiets berekent via behoud van energie, of via bewegingsvergelijkingen, in beide gevallen moet die eindsnelheid perfect gelijk zijn.
ik pak even de korte padjes, langs weggetjes die jullie eventueel uit jullie berekeningen ook zouden kunnen destilleren)
energie (20°):
v=√(2gh) = √(2 x 9,81 x 0,522) = 3,2 m/s
klopt
beweging(20°):
a= g·sin(20) = 3,355 m/s²
s=½at²
t= √(2s/a) = √(2 x 1,526 / 3,355) = 0,954 s
ve = a·t = 3,355 x 0,954 =3,2 m/s
Tiens, perfect gelijk :) (op een afrondinkje onderweg na) .
Je energieberekeningen kloppen, je berekeningen via de bewegingsvergelijkingen zitten er beide naast.
Dé fout is dat je bij beide hoeken een tijd van 1,2 s gebruikt? Waar komt dát in vredesnaam vandaan?
groet, Jan
En als je dat nog wél hebt, formuleer dan even precies wát je wrijvingsprobleem is? Want ik snap niet wát jullie probleem met die wrijving is.
Hallo meneer,
Wij komen op t = 1,2 s door alle waarden bij elkaar op te tellen, nu keek ik dat net na en zag ik dat dit eigenlijk 1,3 hoort te zijn. Ik heb verder alles nagerekend, maar ook dit lost ons probleem niet op. Ons probleem is eigenlijk dat de hieronder berekende snelheid lager is dan onze theoretische snelheid. Dat klopt natuurlijk niet, want theorie hoort altijd hoger te zijn dan de praktijk.
Wij willen u alvast heel erg bedanken voor uw hulp, want u heeft ons al geholpen door onze berekeningen bij de krachten en bewegingen.
Met vriendelijke groeten,
Melissa
De theoretische snelheid met behulp van krachten en bewegingen bij een hoek van 20°
Fres = m ∙ a
Fres = Fzx - Fw
Fzx - Fw = m ∙ a
Fzx = 0,6153469089
Fw = 0,318081082
m = 0,1834 kg
0,6153469089 - 0,318081082 = 0,1834 ∙ a
0,2972658269 = 0,1834 ∙ a
0,2972658269 : 0,1834 = 1,620860561 m/s2
= 1,2
= t · a
= 1,2 ∙ 1,620860561
= 1,945032673 m/s
Bijlagen:
beweging(20°):
a= g·sin(20) = 3,355 m/s²
s=½at²
t= √(2s/a) = √(2 x 1,526 / 3,355) = 0,954 s
ve = a·t = 3,355 x 0,954 =3,2 m/s
Melissa plaatste:
Wij komen op t = 1,2 s door alle waarden bij elkaar op te tellen, nu keek ik dat net na en zag ik dat dit eigenlijk 1,3 hoort te zijn.Die 1,2-1,3 s is toch niet de tijd dat je meting duurde hè?? Want dan ben je nog niet aan het eind van je plank, en mag je dat natuurlijk ook niet als tijd voor je hele rit nemen, laat staan als een theoretische tijd. Als je je plank gewoon plat legt, doet'ier er dan ook 1,3 s over??
Melissa plaatste:
s=½at²
t= √(2s/a) = √(2 x 1,526 / 3,355) = 0,954 s
..//..
Ik gebruik de algemene bewegingsvergelijking s(t) = s(0) + v(0)t + ½at²
startafstand s(0) (afstand tijdstip 0) is nul,
beginsnelheid v(0) (snelheid op tijdstip 0) is ook nul
dus de eerste twee termen vallen weg en dan blijft s=½at² over.
afstand en versnelling zijn bekend, t kun je berekenen
t= √(2s/a) is maar een verbouwing van s=½at²
en dat is natuurlijk héél wat anders dan 1,2 of 1,3 s die je ergens uit het blauwe plukt. Nú zijn we aan het berekenen hoelang je karretje er theoretisch, zonder wrijving, over zou moeten doen, en kunnen dan ook de eindsnelheid van dat karretje onderaan de plank betrouwbaar berekenen, en vinden waarden die overeenkomen nmet een aanpak via de wet van behoud van energie.
En als je dát eenmaal zuiver hebt zou het best eens kunnen dat heel dat wrijvingsprobleem van je opgelost is.
Dus, eerst maar eens de juiste theoretische tijden en snelheden berekenen. Voor die plank onder 20° deed ik het je voor.
En dan eens zien wat dat voor een effect heeft op je veronderstelde wrijvingsprobleem.
Is dat er volgens jou nog steeds, leg dan eens precies uit wáár en waarom die wrijvingskracht volgens jou te groot of te klein is.
groet, Jan
Is deze berekening van Fw dan wel goed? Want Fw is zo volgens ons veel te laag. Berekening staat in de bijlage.
Alvast bedankt,
Melissa
wel eventjes helder blijven nadenken......
m g · h = ½mv2 + Fw ∙ s
0,1834 9,81 ∙ 0,5219227387 = ½ · 0,1834 ∙ (3,200019395)2 + Fw ∙s
Je neemt hierboven de theoretische mgh aan de ene kant
Je neemt hierboven de theoretische ½mv² aan de andere kant
We hadden al besloten, heel logisch, dat die twee gelijk moeten zijn: het kan niet dat de ene theorie een andere hoeveelheid energie zou opleveren dan de andere: we hebben immers een wet van behoud van energie.
Het minieme verschilletje dat je vindt zit hem in de afrondinkjes. In deze theoretische vergelijking is er immers geen wrijving, dat was de voorwaarde voor die berekeningen. Dus dat je geen wrijving vindt hier klopt als een bus.
Je kunt wel de oorspronkelijke zwaarte-energie mgh vergelijken met de bewegingsenergie ½mv² op basis van de WERKELIJK GEMETEN snelheid. Het verschil dat je dan vindt moet in de werkelijke wrijvingsarbeid Fw·s zitten.
Dit hadden wij eerst ook gedaan, maar als we dat doen komt er een snelheid van 1,945032673 m/s. Dat ligt dus onder de snelheid in de praktijk en kan dus ook niet kloppen. Dit is dus ook ons probleem.
Met vriendelijke groeten,
Melissa
Bijlagen:
Fres = m ∙ a
Fres = Fzx - Fw
Fzx - Fw = m ∙ a
Fzx = 0,6153469089
Fw = 0,318081082
m = 0,1834 kg
0,6153469089 - 0,318081082 = 0,1834 ∙ a
0,2972658269 = 0,1834 ∙ a
0,2972658269 : 0,1834 = 1,620860561 m/s2
= 1,2
= t · a
= 1,2 ∙ 1,620860561
= 1,945032673 m/s
nou zit je van alles door elkaar te draaien ben ik bang. Dat is het gevaar met zo'n groot werkstuk, waar een principiële fout in zit, die je daarna verbetert: de andere puzzelstukjes passen dan niet per se meer, maar als je daar met je gedachten in blijft hangen (dat heet dan bedrijfsblindheid) blijft het wringen.
Als jij een snelheid gemeten hebt kan die niet liggen "onder de snelheid in de praktijk" want wat je meet IS de snelheid in de praktijk.
die snelheid is ook niet iets dat UIT deze energievergelijking komt rollen, maar een meetgegeven dat je er IN moet stoppen om die Fw·s te kunnen vaststellen.
En die snelheid is niet 1,94 m/s, maar zoals je op de 9e bladzijde van je document in de startpost uitrekende, ergens in de buurt van de
De afgeleide ( ) : v= 1,7198t + 0,0365
v = 1,7198 · 1,311096154 = 2,254823166 2,255 m/s
De gemeten snelheid (v) is dus bij een hellingshoek van 20° 2,255 m/s.
Vul die v in in die energievergelijking en je houdt energie over voor Fw·s.
Deel die energie door de lengte s van je plank en je hebt een wrijvingskracht.
m g · h = mv2 + Fw ∙ s
0,1834 9,81 ∙ 0,5219227387 = 0,1834 ∙ (2,254823166)2 + Fw ∙ s
0,939019383 = 0,4662236627 + Fw ∙ 1,4864
0,4727957203 = Fw ∙ 1,4864
Fw = 0,318081082 N
Dit klopt toch wel? Maar hoe moeten we dan die snelheid berekenen?
Melissa plaatste:
Wij kunnen uw bewegingsvergelijking niet gebruiken, omdat we die nog niet gehad hebben op school.Je hebt hem mogelijk nooit gezien in de volledige vorm s(t) = s(0) + v(0)t + ½at², maar je bent al een heel werkstuk bezig om hem te gebruiken.
bijvoorbeeld s(0) = 0, a= 0:
s(t) = s(0) + v(0)t + ½at²
s= v·t, komt vast wel bekend voor?
½at² komen?
Melissa plaatste:
Dat hebben we hier gedaan:m g · h = ½mv2 + Fw ∙ s
0,1834 9,81 ∙ 0,5219227387 = ½ · 0,1834 ∙ (2,254823166)2 + Fw ∙ s
0,939019383 = 0,4662236627 + Fw ∙ 1,4864
0,4727957203 = Fw ∙ 1,4864
Fw = 0,318081082 N
Dit klopt toch wel?
Maar hoe moeten we dan die snelheid berekenen?

Je had (zonder wrijving) de theoretisch verwachte snelheid berekend op 3,2 m/s.
Je hebt uit je meetgegevens een werkelijke snelheid bepaald op 2,25 m/s
Welke snelheid zoek je dan nog?? Ik zie er geen meer hoor......
Melissa plaatste:
Maar hoe moeten we dan laten zien dat we aan½at² komen?
s(t) = s(0) + v(0)t + ½at²
We kwamen op 1,48 door alle waarden van x bij elkaar op tellen, om zo op de afgelegde afstand van het karretje te komen. Dit is dus niet goed?
De snelheid die we nog moeten berekenen is de theoretische snelheid met wrijving.
Bijlagen:
Melissa plaatste:
We kwamen op 1,48 door alle waarden van x bij elkaar op tellen, om zo op de afgelegde afstand van het karretje te komen. Dit is dus niet goed?
Melissa plaatste:
De snelheid die we nog moeten berekenen is de theoretische snelheid met wrijving.
Op zich een zinloze exercitie, want je gebruikt precies diezelfde vergelijking waaruit je die Fw bepaalde door een gemeten snelheid in te vullen. Dat andersom doen (een wrijvingskracht invullen om dan die snelheid te vinden) kan alleen een verschil opleveren als je ergens een rekenfout maakte.
12 = 3 x b geeft een b van 4 .
12 = a x 4 zou dan toch écht wel een a van 3 moeten opleveren hè?
dus je vult voor Fw 0,318 N in en vindt voor de snelheid dan 2,25 m/s
duhh....
Melissa plaatste:
Zou u deze nog willen controleren?Je had mijn antwoord nog niet op die vraag over die vermeende derde snelheid en hier ligt al een "verbeterde" versie.
ik zie nu totaal niet meer waar je eigenlijk mee bezig bent.
Je maakte een fout door twee verschillende lengtes te gebruiken, 1.52.... m en 1,48.... m. Is die al opgelost? m.a.w. gebruik je nou overal in je document al dezelfde planklengte? Ook onderweg naar mgh en de theoretische ½mv²?
Ik zie ook niet meer of je nou die 1,2-1,3 s al hebt afgezworen. Is dat overal al uit je berekeningen?
En zo riskeren we allebei nog een hele zalig zonnige zondagmiddag aan het heen-en-weren te zijn zonder dat we werkelijk opschieten
Advies: leg het even weg, en ga lekker naar het strand met de hond of zo.
En dan kom je met een frisse kop thuis en begin je gewoon rustig opnieuw vanaf punt nul met wat je intussen leerde, zónder de oude (denk)fouten te maken, en ook niet meer in je oude papieren kijken zodat je niet in de war raakt. En dan kan het niet anders of alles klopt.
Groet, Jan
en die algemene bewegingsvergelijking heeft sinds de 6e druk ook een plaatsje in BINAS gekregen, onder de titel "plaatsfunctie":
Wij willen u heel erg bedanken voor uw hulp. Dankzij u zijn we er achter gekomen dat beide berekeningen over de theoretische snelheid gelijk aan elkaar moeten zijn en dat we de plaatsfunctie konden gebruiken. Ook snappen we dankzij u opgave 10 beter. Alles hebben we nu aangepast. Nu hopen op een goed cijfer :)
Nogmaals bedankt,
Melissa
En verder is er niemand die kan beweren dat jullie er je best niet voor hebben gedaan ook.
Groet, Jan