soortelijke weerstand practicum met liniaal

valerie stelde deze vraag op 09 juni 2016 om 16:30.

 hallo, 

ik moet morgen een practicum inleveren over de soortelijke weerstand die je berekent via twee gegeven berekeningen en een meting. de meting heb ik gedaan en daar kwam dit uit. :
lengte (m) mV ( V *10-3)
0        3,8
0,05   56,3
0,1     109,7
0,15   158
0,2     210
0,25   260
0,3      314
0,35    366
0,4      413
0,45    465
0,5      516

nu heb ik dit in een spreidinggrafiek gezet en heb ik een richtingscoefficient daarbij gekregen die resulteerde in 1038,2.
nu moet ik laten zien dat deze formules gelden.
 waarbij 

Hoe moet ik dit doen?  

Reacties

Jan van de Velde op 09 juni 2016 om 17:00
dag Valerie,

Zoals ik in je andere topic al opmerkte, die 4 boven de deelstreep samen met de πd² onder de deelstreep doen me sterk denken aan de doorsnede (ronde doorzaag-oppervlakte) van een cilindervormige draad. 

Zet je dan een spanning over een draad, of over een liniaal?
En dan neem ik aan dat je door de meetpen van een voltmeter over draad of liniaal te schuiven een spanningsval opmeet en die relateert aan de afstand tussen de meetpennen?

En moet je laten zien dat die formules theoretisch gelden, of dat die kloppen met je metingen (of beide)? 

groet, Jan
Valerie op 09 juni 2016 om 19:22

Jan van de Velde plaatste:

dag Valerie,

Zoals ik in je andere topic al opmerkte, die 4 boven de deelstreep samen met de πd² onder de deelstreep doen me sterk denken aan de doorsnede (ronde doorzaag-oppervlakte) van een cilindervormige draad. 

Zet je dan een spanning over een draad, of over een liniaal?
En dan neem ik aan dat je door de meetpen van een voltmeter over draad of liniaal te schuiven een spanningsval opmeet en die relateert aan de afstand tussen de meetpennen?

En moet je laten zien dat die formules theoretisch gelden, of dat die kloppen met je metingen (of beide)? 

groet, Jan
Beste jan, 


in de proef werd de draad boven een liniaal gespannen. De spanning stond over de draad.
je moet laten zien dat ze gelden met de meting.

groet,

Valerie
Jan van de Velde op 09 juni 2016 om 20:16
dan hoop ik dat je ook stroomsterktes hebt gemeten, en weet van welk materiaal de draad was gemaakt, en wat de diameter van de draad was?
valerie op 09 juni 2016 om 20:24

Jan van de Velde plaatste:

dan hoop ik dat je ook stroomsterktes hebt gemeten, en weet van welk materiaal de draad was gemaakt, en wat de diameter van de draad was?
de diameter van de draad was 0,4 cm en het materiaal was constantaan. De stroomsterkte is de gehele tijd op 0,25 A gebleven 

Jan van de Velde op 09 juni 2016 om 20:42
Dan ga je eens in BINAS op zoek naar wat gegevens van constantaan en dan is het "invullen maar"....

Ik vermoed trouwens dat de diameter van je "draad" geen 0,4 cm was? Da's geen draadje meer, da's een staaf...
valeriee op 09 juni 2016 om 20:52

Jan van de Velde plaatste:

Dan ga je eens in BINAS op zoek naar wat gegevens van constantaan en dan is het "invullen maar"....

Ik vermoed trouwens dat de diameter van je "draad" geen 0,4 cm was? Da's geen draadje meer, da's een staaf...
beste jan,

Ik heb alles ingevuld en kom dan op een zeer laag getal uit dat niet overeen komt met mijn r.c. 

doe ik iets fout? 
 hieruit komt een getal van 0.000089524 wat niet echt lijkt op de r.c. van 1038.2
valerie op 09 juni 2016 om 21:00
ik heb de grafiek verandert. ipv dat de mV op de verticale as staat heb ik de lengte nu op de verticale as gezet. hieruit komt een r.c. van 0.000963132721189726


Jan van de Velde op 09 juni 2016 om 21:02
dat je zóver ernaast komt is ook niet verwonderlijk als je voor je bepaling van je richtingscoëfficiënt uit je grafiek millivolt gebruikt:  altijd standaardeenheden gebruiken!!

En als je dan ter controle die theoretische richtingscoëfficiënt gaat invullen daarin een diameter van 4 hele centimeters invult ipv millimeters..... tja...
Dan nog, dat waren vast 0,4 mm als diameter zoals ik al eerder opmerkte?? 


Jan van de Velde op 09 juni 2016 om 21:03

valerie plaatste:

ik heb de grafiek verandert. ipv dat de mV op de verticale as staat heb ik de lengte nu op de verticale as gezet. hieruit komt een r.c. van 0.000963132721189726
gok, en foute gok, daar zit het probleem niet, zie mijn bericht direct hierboven
valerie op 09 juni 2016 om 21:10

Jan van de Velde plaatste:

dat je zóver ernaast komt is ook niet verwonderlijk als je voor je bepaling van je richtingscoëfficiënt millivolt gebruikt:  altijd standaardeenheden gebruiken!!

En als je dan ter controle die theoretische richtingscoëfficiënt gaat invullen daarin een diameter van 4 hele centimeters invult ipv millimeters. 
dan nog, dat waren vast 0,4 mm als diameter zoals ik al eerder opmerkte?? 


hierbij. mijn opdrachtenbladvoor dit practicum.




misschien dat je mij hier nog verder mee kan helpen. aangezien niemand uit mijn klas dit snapt. en u misschien kan helpen

Bijlagen:

Jan van de Velde op 09 juni 2016 om 21:24
dag Valerie,

No panic, je bent er al bijna.

Zoals ik al zei, je hele probleem wordt veroorzaakt doordat
je een richtingscoëfficiënt bepaalt in millivolt per meter ipv V/m
je een diameter van 4 cm invult ipv 0,4 mm  

dat scheelt bij elkaar al de nullen die je nodig hebt om theoretische waarde en gevonden waarde van die rico bijeen te brengen (op de onvermijdelijke  meetfouten na uiteraard).

Wel zijn we nou de opdracht niet helemaal aan het volgen.....

Zoals ik je bijlage lees moest je
  1.  op een algebraïsche manier vaststellen dat die formule voor die richtingscoëfficiënt klopt.
  2. dan bepaal je uit je gegevens de soortelijke weerstand van het materiaal van de draad,
  3. en ten slotte zoek je in BINAS een materiaal dat die soortelijke weerstand heeft. 
op die nullen na (maar dat is geen werk meer) heb je hem andersom al af....


valerie op 09 juni 2016 om 21:45

Jan van de Velde plaatste:

dag Valerie,

No panic, je bent er al bijna.

Zoals ik al zei, je hele probleem wordt veroorzaakt doordat
je een richtingscoëfficiënt bepaalt in millivolt per meter ipv V/m
je een diameter van 4 cm invult ipv 0,4 mm  

dat scheelt bij elkaar al de nullen die je nodig hebt om theoretische waarde en gevonden waarde van die rico bijeen te brengen (op de onvermijdelijke  meetfouten na uiteraard).

Wel zijn we nou de opdracht niet helemaal aan het volgen.....

Zoals ik je bijlage lees moest je
  1.  op een algebraïsche manier vaststellen dat die formule voor die richtingscoëfficiënt klopt.
  2. dan bepaal je uit je gegevens de soortelijke weerstand van het materiaal van de draad,
  3. en ten slotte zoek je in BINAS een materiaal dat die soortelijke weerstand heeft. 
op die nullen na (maar dat is geen werk meer) heb je hem andersom al af....


oh, handig. 

dus als ik de som invul krijg ik de soortelijke warmte eruit? is die dan aangegeven met de letter U? of lees ik het fout? 
valerie op 09 juni 2016 om 21:56
 is dit de goede manier hoe je de richtingcoefficient laat kloppen? 
Jan van de Velde op 09 juni 2016 om 22:07
"soortelijke warmte"

euhm, soortelijke weerstand.


je lijkt me intussen goed in de war.
Hier gaat'ie.....

je richtingscoefficient   is (in volt per meter) 1,0382

de formule uit de opdracht lees je dan als  

uit de standaardformules

 (1)

 (2)

 (3)


leid je algebraïsch die gegeven formules voor die rico af

Los daarvan:

  • met formule 1 bepaal je de weerstand R van een stuk draad met lengte .
  • Met formule 3 bereken je de doorsnede A van je draad
  • R,  en A  vul je dan in in formule 2, dat geeft je een soortelijke weerstand 
  • en die soortelijke weerstand zoek je op in Binas om na te gaan van welk materiaal je draad was gemaakt. 
tusssendoor nog even uitleggen waarom er een weerstand in serie staat met je draad. 

om voor de 10 te gaan:
vul dat ter controle allemaal in in die algebraïsch gecheckte formule om er een theoretische rico uit te halen, en vergelijk die met je experimenteel gevonden rico. Afwijking van ca 10%,  bespreek die afwijking in een foutendiscussie. 

groet, Jan
valerie op 09 juni 2016 om 22:24
 is dit goed omgezet? 
Jan van de Velde op 09 juni 2016 om 22:30
yep
valerie op 09 juni 2016 om 22:35
ik kom dan hierop uit:
1) U= I *R
I=0,25
R=?
U=0,26

Dus 0,26*0,25= 0,065



2)d= 0,0004
¼*π*0,00042 = 0.000000376

 

3) omgezet = 

 (0.000000376*0,065)/ 0,25=0,000000097


dat betekent dus dat mijn soortelijke weerstand van 0,000000097
Jan van de Velde op 09 juni 2016 om 23:03

valerie plaatste:

ik kom dan hierop uit:
1) U= I *R
I=0,25
R=?
U=0,26

Dus 0,26*0,25= 0,065

R is niet U x I
Jan van de Velde op 09 juni 2016 om 23:09

valerie plaatste:

2)d= 0,0004 m
¼*π*0,00042 = 0.000 000 376

 
maak er een gewoonte van om eenheden te plaatsen bij je antwoorden.
en mijn rekenmachine geeft een ruim 3 x zo lage waarde, dus ik vermoed dat je π² ingeklopt hebt

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft vijf appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)