Trilling (vwo pilotexamen 2011-II-5)
Lotte stelde deze vraag op 18 mei 2016 om 20:02. Hoi,
https://www.hetcvte.nl/document/natuurkunde_pilot_vwo_2011_tv2_4
Ik heb een zeer belangrijke vraag hierover. Ten eerste schrijven ze ergens dat de amplitude van Q kleiner is dan de de amplitude van P, omdat Q verder weg van de bron ligt. Maar hoe moet je dit weten. Meestal is de amplitude toch overal gelijk? En ik dacht je moet kijken in naar hoe dichtbij het punt bij een verdichting ligt. Dus ik dacht: Q ligt meer bij een verdichting dan P dus Q heeft een grotere amplitude.
Ten tweede voor een bepaalde vraag gaan ze het gereduceerde fase verschil opmeten. Ze doen de afstand tussen P en Q= 2,8 cm gedeeld door de golflengte = 2,3 cm. En je komt dan op het antwoord 1,2 en dus gereduceerde fase verschil 0,2. Dan concluderen ze dat de gereduceerde fase van golf P 0,2 groter is dan van die in golf Q, maar hoe weet je dat? Hoezo is bijvoorbeeld de gereduceerde fase van Q niet 0,2 groter dan van P?
Zou heeel fijn zijn als iemand kan helpen!
Reacties
Lotte plaatste:
Ten eerste schrijven ze ergens dat de amplitude van Q kleiner is dan de de amplitude van P, omdat Q verder weg van de bron ligt. Maar hoe moet je dit weten.
geringer geluidsvermogen <=> geringere amplitude
Lotte plaatste:
En ik dacht je moet kijken in naar hoe dichtbij het punt bij een verdichting ligt.
Lotte plaatste:
. Dan concluderen ze dat de gereduceerde fase van golf P 0,2 groter is dan van die in golf Q, maar hoe weet je dat?
Groet, Jan
19) Ik snap hierbij wel hoe ze het faseverschil hebben uitgerekend, maar ik snap dan niet het vervolg van het antwoord:
''Op de tekening (welk figuur?) zijn P en Q ongeveer 1,25 golflengte (hoe komen ze hierop?) van elkaar verwijderd.
Dus is de gereduceerde fase gelijk aan 0,25.
In figuur 1 is de gereduceerde fase van P 0,25 groter (hoe komen ze hierop?). Dus het beeld van de microfoon in P moet 0,25 trilling vóórlopen. Dus de microfoon in P is
aangesloten op kanaal 1.''
Je ziet in de figuur de trilling grafisch weergegeven. P en Q zijn door een verdikking (maximum) gescheiden. De afstand tussen 2 verdikkingen (of twee andere overeenkomstige punten) is een golflengte. Kwestie van de afstand PQ opmeten en deze vergelijken met de lengte van een golflengte.
Dan zie je dat PQ ≈ 1,25 λ en dus een faseverschil van 1,25 of gereduceerde fase 0,25. P loopt dan voor op Q (bij Q is net het maximum gepasseerd als golf van links naar rechts beweegt, bij P is het al wat langer geleden)
Roos plaatste:
''Op de tekening (welk figuur?) zijn P en Q ongeveer 1,25 golflengte (hoe komen ze hierop?) van elkaar verwijderd.
gewoon opmeten van een aantal golven en vergelijken met de afstand PQ
Roos plaatste:
In figuur 1 is de gereduceerde fase van P 0,25 groter (hoe komen ze hierop?).
Faseverschil 1,25 (of 0,25) geeft aan dat P al 1,25 golven meer heeft ontvangen/op getrild dan Q. Dus P "loopt voor" 0,25 golf als je alleen naar de beweging omhoog/omlaag kijkt.
Fases worden gemeten vanaf het punt waarop een golf door de evenwichtsstand omhoog gaat. Als P voorloopt dan moet dat kanaal 1 zijn. Die golf is op elk moment 0,25 golven voorlopend op kanaal 2. Kijk naar het punt door de evenwichtsstand omhoog en je ziet dat P dit eerder doet in kanaal 1 dan Q in kanaal 2