Ik zou graag willen weten hoe het zit met de resulterende kracht bestaande uit de veerkracht en de zwaartekracht. Vanaf punt R heb je niet alleen de zwaartekracht meer maar ook de veerkracht. De zwaartekracht is echter wel groter, waardoor er naar beneden wordt versneld. In punt D is de veerkracht evengroot als de zwaartekracht. Maar hoe verhouden de veerkracht en de zwaartekracht zich in punt E? Ik kom er niet echt uit. De jongeman blijft stil hangen in punt E. Dus misschien geldt daar wel dat de veerkacht gelijk is aan de zwaartekracht, maar hoe ziet het krachtenpaar er dan in het laagste punt uit? De veerkacht is hoger dan de zwaartekracht?
Met vriendelijke groeten
Reacties
Theo de Klerk
op
16 mei 2016 om 22:04
Van R naar E rekt het elastiek uit en trekt naar boven. De zwaartekracht is groter, dus netto kracht naar beneden, versnelling naar beneden maar wordt wel kleiner a = az - av (+ richting naar beneden gekozen) (az = Fz/m = constant, av = Fv/m = C.u/m = C(x-PR)/m ) waarbij x-PR steeds groter wordt bij daling en uiteindelijk az overtreft vanaf E.
Als je stilhangt in E zijn veerkracht en zwaartekracht even groot. Snelheid is uiteindelijk 0 en blijft dat.
In punt D onderop is de snelheid nul en de kracht naar boven gericht (net als bij een normale veer die maximaal uitgerekt is). De veerkracht is groter dan de zwaartekracht, dus de kracht is naar boven gericht. De versnelling ook, dus elke snelheid die nog naar beneden is wordt kleiner (remt af).