Hallo, Ik heb een vraag over opgave 1, vraag 4 van het examen havo 2014 tijdvak 1. http://static.examenblad.nl/9336114/d/ex2014/ha-1023-a-14-1-o.pdf Je moet hierbij met behulp van figuur 4 de grootte van de spankracht in de spankabel bepalen, maar hoe moet je dat doen? Ik snap namelijk niet hoe je krachten kunt ontbinden.
Reacties
Theo de Klerk
op
11 mei 2016 om 15:41
Krachten kunnen ontbinden is wel een vereiste voor je havo examen, dus nog even snel leren hoe!
De krachten lopen langs de spankabels. Dat is het enige fysieke medium waarlangs de krachten kunnen lopen. Dus de twee componenten die je voor de kracht zoekt zullen langs deze kabels lopen.
De brug bij A beweegt niet. Gaat niet op en neer. Getekend is dat de zwaartekracht dat deel met 18 kN kracht naar beneden trekt. Maar er gaat niets naar beneden. Dus is de totale kracht in punt A gelijk aan 0. Dat kan alleen maar als in A nog een andere kracht werkt die even groot is als de zwaartekracht (15 kN) maar tegengesteld gericht is: naar boven.
Die kracht van 15 kN wijst vanuit A recht naar boven. Er is niets fysieks dat vanuit A recht omhoog gaat, dus de kracht omhoog moet geleverd worden door krachten die WEL langs iets fysieks kunnen werken: de twee spankabels. Hoe groot moeten nu de krachten langs de spankabels zijn (tekenen op uitwerkingenblad met parallellogrammethode) om tezamen een resulterende kracht te leveren die WEL vanuit A recht omhoog wijst en ook nog eens 15 kN groot is?