Waarom mag de golflengte van elektronen bij elektronenmicroscoop niet groter zijn dan de afbeelding?
groetjes
Reacties
Theo de Klerk
op
28 april 2016 om 15:04
Wat bedoel je met afbeelding?
Het voorwerp dat je probeert te "zien" moet groter zijn dan de golflengte van het medium waarmee je probeert te zien. Neem watergolven: daarmee "zie" je de veel grotere kust, maar niet het paaltje waar de golf omheen buigt alsof het er niet is. Daar zit de clou: golven (ook materie-golven van elektronen, die een "waarschijnlijkheid ergens te zijn" weergeven) moeten kleiner zijn dan het voorwerp dat ze "zien". Alleen dan wordt het golffront niet (teveel) verstoord door buiging van de golf maar "kaatst het terug" zodat we het kunnen "zien". Met licht (10-9 m) kunnen we het meeste in ons leven gewoon "zien", soms met microscoop voor de vergroting. Maar voorwerpen kleiner dan 10-9 m lukt niet goed. Dan zijn elektronen (met veel kortere materie (de Broglie) golflengten λ = h/p) weer beter. En door ze meer te versnellen (grotere impuls p) kun je de golflengten kleiner maken. Maar ook tot een grens. Daaronder (kleiner) "zie" je met elektronen ook niets.
Robert
op
28 april 2016 om 15:24
Als golflengte van het elektron groter is dan de 'afbeelding', is de mogelijkheid er volgensmij dat het elektron ook buiten de afbeelding wordt aangetroffen, aangezien de golflengte de waarschijniljkheid aangeeft dat een deeltje ergens waargenomen wordt. En dat wil je niet bij een elektronenmicroscoop.
Theo de Klerk
op
28 april 2016 om 15:55
Die mogelijkheid is er altijd - hij moet alleen zo klein mogelijk zijn. Het is de (kwadraat van de) amplitude van de golf (met golflengte) die de waarschijnlijkheid aangeeft - niet de golflengte zelf.