Ik heb van mijn natuurkunde docent de opdracht gekregen om een aantal stellingen te weerleggen in groepsverband:
Ik zou graag willen weten of wat hier staat klopt en of iemand nog goede aanvullende informatie heeft
na wat vooronderzoek ben ik hier opuitgekomen
Er zijn twee krachten die op de vallende persoon werken
- zwaartekracht
- luchtweerstand op de vallende persoon.
De 2de kracht heeft onder meer met de doorsnede van de persoon te maken, omdat die zeer klein zal de luchtweerstand in eerste instantie niet veel uitmaken. De luchtweerstand is echter ook evenredig met het kwadraat van de snelheid, zodat er bij een bepaalde snelheid toch een evenwicht zal optreden waarbij de twee krachten weer even groot zijn maar in tegengestelde zin werken. De totale kracht is dan nul, waardoor de vallende persoon niet meer versnelt .
Kijkend naar deze stelling komt alleen de maximale snelheid niet in beeld (aangezien we ervan uitgaan dat de personen niet lang genoeg vallen)
dus de grootste persoon valt het snelst omdat deze eerder een hoge snelheid heeft door dat deze persoon een hogere massa heeft
Alvast bedankt: Tristan Borst