Margot
stelde deze vraag op
31 maart 2016 om 18:08.
In de bijlage staat een bakje met een lepel erin. Het bakje valt om door de lepel maar ik snap niet helemaal waardoor. Ik dacht misschien doordat het zwaartepunt van de lepel niet boven het steunpunt ligt en daardoor het bakje meetrekt via de F (paarse) maar ik weet niet zeker of dit goed is.
Anders dacht ik misschien dat door de lepel het zwaartepunt van het bakje buiten het bakje zelf ging liggen waardoor hij dus ook omvalt.
Bij het tweede plaatje staat het bakje in een ander bakje met een zakje meel erin waardoor hij niet omvalt. Hoe werken dat de tegengestelde krachten? Gewoon of de zijkant (rechter) een tegengestelde pijl aan de omvalrichting van het bakje?
Ik hoop dat iemand kan helpen.
Alvast bedankt!
Reacties
Jan van de Velde
op
31 maart 2016 om 18:52
dag Margot,
zoals je het hier tekent kan het bakje niet gaan kantelen. Het zwaartepunt van het bakje ligt links van het draaipunt, dwz boven het steunvlak Het zwaartepunt van de lepel ligt ook boven dat steunvlak.
De lepel zou een zwaartepunt moeten hebben buiten het steunvlak van het bakje om het bakje te kunnen doen kantelen. Daarbij hangt het dan af van de massa van het bakje x de halve breedte van het bakje vergeleken met de massa van de lepel x de horizontale afstand zwaartepunt-draaipunt of de boel zal kantelen of nog steeds niet.